Dynamiek in de groep aangepaste les4

• ISK
• Basisschool
• Groep 6

Dynamiek in de Groep

Wat gaan we doen

• Terugblik Talenten, positieve rollen versus negatieve rollen
• Reflectie en evaluatie

Welke kwaliteiten heb ik en hoe zet ik deze in voor de groep?

Welk talent zet je in voor de groep/klas?

Wat neem je voor de komende tijd mee en ga je uitproberen of vergroten?

Werkblad uitdraaien en ophangen in de klas

Positieve Leider

Heeft natuurlijk gezag, valt niet altijd op. 

De groep volgt haar of zijn ideeën.

Sociaal werker

Bewaakt de sfeer in de groep en zorgt (troost) anderen. 

Bemiddeld bij onenigheid.

In groepjes uitwerken (nodig werkblad per rol), welke gedrag hoort bij welke rol?

Opmaken Gábor

Organisator

Weet alles te regelen en geeft leiding.

Hij of zij verdeelt taken en zet alles ingang. 

Volgers

Doen trouw wat er gevraagd wordt. 

Clown

Zorgt voor relativering door een grap te maken.

Negatieve Leider

Draagt bij aan de saamhorigheid door negatieve doelen te stellen. Is een niet gekozen leider, maar zorgt voor een gezamenlijke vijand of doelwit.

Intrigant

Wil zelf de leider zijn.

Hij is de concurrent van de leider

De intrigant zet hiervoor de verschillende middelen in; roddelen, pesten, omkopen en plannen maken. 

In groepjes uitwerken (nodig werkblad per rol), welke gedrag hoort bij welke rol?

Opmaken Gábor

Meeloper

Doet mee met de leider of de intrigant. 

Wil zelf niet het slachtoffer worden en afzakken tot de zondebok. 

Zondebok

De zondebok wordt vaak gepest. 

Situaties in de klas

Wat heb je nodig in de klas?
Wat heb je nodig van de klas?

Wat heb je nodig om dit op te lossen?

• Expres tikken met een potlood of pen

• Expres een blaadje op iemand anders zijn tafel leggen en wanneer iemand stop zegt, het toch nog een keer doen

• Naar iemand kijken en dan met een klasgenoot gaan fluisteren en lachen

• Met stukjes gum door de klas heen gooien

• Knorgeluiden door de instructie maken

• Heel hard dingen roepen door de klas en dan zeggen dat je niks deed

• Fluiten door de klas en ook zeggen dat je niks deed

• Iemand nadoen met bewegingen en dan gaan lachen

• Expres eerder naar de wc gaan en dan je tong uitsteken naar degene die eigenlijk eerst was

• Dingen uit een ander zijn/haar laatje stelen zoals gummen of spulletjes

• Expres tegen iemand aanlopen omdat je boos bent

• Verschillende scheldwoorden gebruiken naar elkaar

• Heel hard met de deur van de klas gooien als je boos de klas uitloopt

• Gillen in de klas omdat je de les niet wil maken

• Buiten blijven staan omdat je niet naar binnen wil

• De deur van de bijwerkruimte expres dichthouden zodat je klasgenoot er niet in mag

• Tikken met je voet tegen de tafel van een ander

• Last hebben van kinderen die ademhalen, kijken, bestaan en dit dan ook roepen door de klas

• Niet samenwerken en de hele les met je armen over elkaar zitten

• Zeggen tegen iemand dat je niet met diegene samen wil werken want hij is dom of .....

• Spullen op de grond gooien en dan met je armen over elkaar gaan zitten tijdens een instructie

• Expres de jas/tas van iemand op de gang op de grond gooien

• Zuchten als je het ergens niet mee eens bent

• Bemoeien met een ruzie van een ander

• Welles/nietes als de leerkracht iets probeer op te lossen en dan wanneer er nog niks gezegd is, boos de klas uitlopen

Bedankt voor jullie inzet!

Dynamiek in de groep aangepaste les4