Op de Werkvloer paragraaf 2

Op de werkvloer
Maatschappijleer
Carrièrejager 

paragaaf 2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Op de werkvloer
Maatschappijleer
Carrièrejager 

paragaaf 2

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn in Nederland de slechts betaalde banen?

Slide 2 - Carte mentale

Wat zijn in Nederland de best betaalde banen?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Hoogste status
Gemiddelde status
Laagste status

Slide 5 - Question de remorquage

Wat bepaalt (in werk) je sociale status?

Slide 6 - Carte mentale

Slide 7 - Vidéo

Maatschappelijke ladder
  • maatschappelijke ladder: alle maatschappelijke posities van hoog naar laag.
  • vb. Chirurg heeft meer aanzien dan verpleger

Slide 8 - Diapositive

Maatschappelijke ladder
Je positie wordt bepaald door:
  1. kennis en vaardigheden
  2. macht en verantwoordelijkheid
  3. inkomen.
  • Ladder ook persoonlijk, meer status voor Messi of chirurg? 

Slide 9 - Diapositive

Waarom is een opleiding belangrijk?

Slide 10 - Carte mentale

Wil je hetzelfde gaan doen als je ouders?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat wil je na je mavo diploma gaan doen?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Vidéo

Sociale ongelijkheid
  • Sociale ongelijkheid: macht, kennis en geld zijn niet eerlijk over de mensen verdeeld.
  • Dit was vroeger erger dan nu, want de overheid probeert in te grijpen.
  • Sociale mobiliteit: mogelijkheid te stijgen op de ladder. Opleiding en inzet belangrijker dan beroep ouders. 

Slide 15 - Diapositive

Welke 3 dingen bepalen je maatschappelijke positie?

Slide 16 - Question ouverte

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder.
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag.
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 17 - Quiz

Werken voor anderen
  • Met het werk dat je doet betaal je belasting. Deze belasting investeert de regering in projecten.
  • Je betaalt premie. Dit geld wordt gebruikt voor zieken die niet kunnen werken (maar dat wel gedaan hebben).
  • Zo hebben ook mensen die zichzelf niet kunnen voorzien van een inkomen, geld om eten te kopen.

Slide 18 - Diapositive

Belasting betaal je zodat de regering geld heeft om uit te geven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Premies zijn hetzelfde als belastingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Premies worden alleen betaald door werkende mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Verschillende meningen over wat de overheid moet doen tegen de sociale ongelijkheid

Slide 22 - Diapositive

Liberalen
  • De overheid moet zich niet te veel bemoeien met de mensen en de economie.
  • Uitkeringen moeten zo laag mogelijk.
  • Geprikkeld worden om hogerop te komen.

Slide 23 - Diapositive

Sociaaldemocraten
  • Alle mensen moeten gelijke kansen krijgen.
  • De overheid moet zich bemoeien met de economie.
  • Rijke mensen moeten meer belasting betalen dan armen.  

Slide 24 - Diapositive

Christendemocraten
  • Niet alleen de overheid maar ook de familie en andere organisaties moeten zorgen voor de zwakkeren.

Slide 25 - Diapositive

Maatregelen
De overheid heeft maatregelen genomen om de positie
van de mensen onder aan de maatschappelijke ladder op de arbeidsmarkt te verbeteren.
• Positieve actie 
• Scholing 
• Ervaring laten opdoen
• Sociale verzekeringen 

Slide 26 - Diapositive