Taalvariatie

Taalvariatie
Over spreek- en schrijftaal, formeel VS informeel taalgebruik en standaardtaal.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Taalvariatie
Over spreek- en schrijftaal, formeel VS informeel taalgebruik en standaardtaal.

Slide 1 - Diapositive

Schrijfopdrachten onder de loep
De volgende zinnen komen (letterlijk) uit jullie teksten bij het jaaroverzicht. Welke zinnen bevatten spreektaal? Aan jullie om te analyseren! 

Slide 2 - Diapositive

“Ik had er niet veel van verwacht maar toch slaagde ze erin om tot de 83ste minuut vol te houden.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 3 - Quiz

“Een beetje hetzelfde als het gewone WK maar dan voor clubs niet voor landen”
A

Slide 4 - Quiz

“Wat was het me toch een jaartje zeg!”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 5 - Quiz

“Er waren momenten die me blij maakten, maar ook dingen die ik niet had verwacht.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 6 - Quiz

“ Veel leesplezier zou ik maar zeggen!”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 7 - Quiz

“ Hallo, ik ben <naam leerling> en ik ga jullie vertellen hoe mijn 2024 is verlopen.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 8 - Quiz

“ Voor mij is Kroatië een heel speciaal land want daar ben ik geboren.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 9 - Quiz

“ Maar we waren NOG niet kampioen want we mochten niet meer verliezen als we op de eerste plek wouden blijven staan.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 10 - Quiz

“Ik vond de oorlog in Gaza echt supererg.”
A
Spreektaal
B
Schrijftaal

Slide 11 - Quiz

Noteer, op basis van wat je leerde uit de quiz, jouw eigen definitie van schrijftaal.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is schrijftaal?
Formele schrijftaal is een vorm van communicatie die wordt gekarakteriseerd door een zorgvuldige en objectieve toon. Het wordt vaak gebruikt in professionele, academische, en officiële contexten. In formele schrijftaal mijd je het best informele uitdrukkingen, spreektaal en persoonlijke emotie, en ligt de nadruk op helderheid, precisie en beleefdheid. De grammatica is correct, zinnen zijn goed gestructureerd, en er wordt gebruik gemaakt van een gepaste woordkeuze die respectvol en neutraal is. Formele schrijftaal volgt natuurlijk ook de conventies van de desbetreffende taal, zoals spelling, interpunctie en stijlregels.

Slide 13 - Diapositive

Schrijftaal versus spreektaal
Spreektaal is de informele, alledaagse taal die we gebruiken in mondelinge communicatie. Het wordt gekarakteriseerd door een losse, spontane structuur en is vaak minder strikt dan schrijftaal. In spreektaal worden vaak verkortingen, informele uitdrukkingen, en slang gebruikt. De zinnen kunnen korter en eenvoudiger zijn, en er wordt soms afgeweken van grammaticale regels die wel in formele schrijftaal gevolgd moeten worden. Spreektaal is vaak directer, persoonlijker en kan emotioneel geladen zijn, afhankelijk van de situatie. Het is geschikt voor gesprekken met vrienden, familie of in informele settings.

Slide 14 - Diapositive

Cursus p. 1
Maak de oefening op woordenschat en zinsbouw per 2

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Maak oef. 1 t.e.m. 4 (p. 2-4)
- Werk per 2
- Klaar? 
  1. Verbeter jezelf met de sleutel
  2. Maak OEF. 7 op Cambiumned (scan QR-code)

Slide 17 - Diapositive

Deel je favoriete meme uit oef. 2! Vermeld duidelijk of het om foto 1, 2 of 3 gaat.

Slide 18 - Question ouverte

Formele en informele situaties
FORMEEL: mensen kennen elkaar niet (goed) / ene persoon is hogergeplaatst. Beleefdheid en etiquette zijn belangrijk. Taal = duidelijk, correct. 
INFORMEEL: veel losser. Je kent elkaar goed. Minder voorschriften. 
REGISTER: je stemt je taal af op de situatie, zoals je niet in strandkledij naar een sollicitatiegesprek gaat bijvoorbeeld. 

Slide 19 - Diapositive

NETIQUETTE

Slide 20 - Diapositive

Moet jij vaak formele e-mails sturen?

Slide 21 - Sondage

Komt jouw persoonlijke mail binnen op je smartphone?

Slide 22 - Sondage

Staat de Smartschool-app op jouw smartphone?

Slide 23 - Sondage

Binnen hoeveel tijd verwacht jij een reactie?

Slide 24 - Question ouverte

Wanneer reageer jij op je mail?

Slide 25 - Question ouverte

Wat denk je dat een leerkracht van jou verwacht als je een mail stuurt?

Slide 26 - Question ouverte

Netiquette
Netiquette is de set van ongeschreven gedragsregels en beleefdheidsnormen die gelden voor communicatie en interactie op het internet. Het omvat respectvolle omgangsvormen, zoals het vermijden van agressieve of ongepaste taal, het respecteren van andermans privacy, en het zorgvuldig omgaan met e-mail en sociale media om misverstanden of conflicten te voorkomen. Netiquette bevordert een positieve en constructieve sfeer in online gesprekken en samenwerking.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Oef. 5 - p. 5
Klassikaal - hand opsteken! 

Slide 29 - Diapositive