Voedingsrekenen 1 - Les 5

Voedingsrekenen 1
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingsrekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voedingsrekenen 1

Slide 1 - Diapositive

Weekplanning
Les 1: Rekenen met eenheden en grootheden
Les 2: Werken met gewichten en volumes
Les 3: Recepturen omrekenen
Les 4: Rekenen met massapercentages
Les 5: Rendement

Slide 2 - Diapositive

Lesplanning
  • Doornemen leerdoelen 
  • Uitleg begrip rendement
  • Bruto en netto gewicht
  • Rendement berekenen
  • Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Rendement

- De student kan het begrip "rendement" definiëren en uitleggen waarom het belangrijk is in de voedings- en horecasector.
- De student begrijpt het verschil tussen bruto en netto gewicht en kan voorbeelden geven van voedselverspilling door laag rendement.
- De student kan het bruto gewicht van een voedingsmiddel berekenen (zoals ontvangen of gekocht) en het netto gewicht (bruikbare hoeveelheid na schoonmaken of bereiden).
- De student kan het afvalpercentage berekenen (percentage van het voedsel dat niet gebruikt kan worden, zoals schillen, botten, etc.).
- De student kan het rendementpercentage berekenen.


Slide 4 - Diapositive

Rendement,
wat is dat?

Slide 5 - Carte mentale

Rendement
Rendement in relatie tot voedingsproductie betekent hoeveel bruikbaar product je krijgt ten opzichte van wat je erin stopt.

 Het gaat om de efficiëntie van het proces, oftewel hoeveel van de grondstoffen, zoals groenten, fruit, vlees of granen, uiteindelijk als verkoopbaar of eetbaar product overblijft na verwerking.

Slide 6 - Diapositive

Rendement,
waarom belangrijk
in de voedingsproductie?

Slide 7 - Carte mentale

Waarom is rendement belangrijk?
  • Kostenbeheersing: Hoe hoger het rendement, hoe minder verspilling van ingrediënten en hoe lager de kosten. Dit is belangrijk om winst te maken.

  • Milieu: Een hoger rendement betekent minder afval, wat beter is voor het milieu.

  • Efficiëntie: Hoe beter je productiemethoden, hoe meer rendement je uit dezelfde hoeveelheid grondstoffen haalt.

Slide 8 - Diapositive

Waarom is rendement belangrijk?
In de voedingsindustrie wordt rendement vaak uitgedrukt als percentage, en bedrijven proberen dit altijd te optimaliseren om winst te verhogen en verspilling te verminderen.

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
Rendement

- De student kan het begrip "rendement" definiëren en uitleggen waarom het belangrijk is in de voedings- en horecasector.
- De student begrijpt het verschil tussen bruto en netto gewicht en kan voorbeelden geven van voedselverspilling door laag rendement.
- De student kan het bruto gewicht van een voedingsmiddel berekenen (zoals ontvangen of gekocht) en het netto gewicht (bruikbare hoeveelheid na schoonmaken of bereiden).
- De student kan het afvalpercentage berekenen (percentage van het voedsel dat niet gebruikt kan worden, zoals schillen, botten, etc.).
- De student kan het rendementpercentage berekenen.


Slide 10 - Diapositive

Wat is een brutogewicht?

Slide 11 - Question ouverte

Bruto gewicht
Het bruto gewicht is het totale gewicht van een product, inclusief alles wat erbij komt. Denk hierbij aan het product zelf én bijvoorbeeld de verpakking, schillen, of botten die je nog moet weghalen.


Voorbeeld: Stel, je koopt een zak aardappelen van 5 kilo. Die 5 kilo is het bruto gewicht, want dat is het totale gewicht van de zak aardappelen, inclusief de schillen die je later weggooit.
Netto gewicht
Het netto gewicht is het gewicht van alleen het bruikbare deel van het product. Dus, nadat je bijvoorbeeld de schillen, botten of verpakking hebt verwijderd, blijft het netto gewicht over. Dit is het gedeelte dat je daadwerkelijk kunt gebruiken voor consumptie.

Voorbeeld: Als je de 5 kilo aardappelen hebt geschild, houd je misschien nog 4 kilo aardappelen over die je kunt eten. Dit is het netto gewicht. De schillen die je hebt weggegooid, tellen dan niet meer mee.

Slide 12 - Diapositive

Samengevat!
Bruto gewicht = het totale gewicht van het product, inclusief alles wat je niet gebruikt (zoals verpakking of schillen).

Netto gewicht = het gewicht van alleen het eetbare of bruikbare deel van het product.
Deze termen zijn belangrijk in de voedselproductie omdat ze helpen bij het berekenen van hoeveel grondstof je nodig hebt en hoeveel je uiteindelijk kunt verkopen of gebruiken.

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen
Rendement

- De student kan het begrip "rendement" definiëren en uitleggen waarom het belangrijk is in de voedings- en horecasector.
- De student begrijpt het verschil tussen bruto en netto gewicht en kan voorbeelden geven van voedselverspilling door laag rendement.
- De student kan het bruto gewicht van een voedingsmiddel berekenen (zoals ontvangen of gekocht) en het netto gewicht (bruikbare hoeveelheid na schoonmaken of bereiden).
- De student kan het afvalpercentage berekenen (percentage van het voedsel dat niet gebruikt kan worden, zoals schillen, botten, etc.).
- De student kan het rendementpercentage berekenen.


Slide 14 - Diapositive

Rendement
Rendement in relatie tot voedingsproductie betekent:
hoeveel bruikbaar product je krijgt ten opzichte van wat je erin stopt.

 Bruikbaar/Begin hoeveelheid x 100 %

Slide 15 - Diapositive

Rendement - voorbeeld
Stel, je bent een kok en je koopt 10 kilo aardappelen om friet van te maken. Niet al die 10 kilo wordt friet, want een deel gaat verloren bij het schillen en snijden. 

Als je na het bereiden 7 kilo friet overhoudt, wat is dan het rendement?

Slide 16 - Diapositive

Rendement - voorbeeld
Stel, je bent een kok en je koopt 10 kilo aardappelen om friet van te maken. Niet al die 10 kilo wordt friet, want een deel gaat verloren bij het schillen en snijden. Als je na het bereiden 7 kilo friet overhoudt, wat is dan het rendement?

7 kilo friet / 10 kilo aardappel x 100 % = 70%

Het rendement 70%. 

Dat betekent dat van de 100% aan aardappelen die je gekocht hebt, 70% als eindproduct bruikbaar is.

Slide 17 - Diapositive

Toets
Hoe kun je het beste leren voor de toets: 

  • Checken of je alle leerdoelen beheerst; 
  • LessonUp lessen doornemen; 
  • Oefeningen maken en controleren. 

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!
Maak les 5 - Opdracht 1

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen
Rendement

- De student kan het begrip "rendement" definiëren en uitleggen waarom het belangrijk is in de voedings- en horecasector.
- De student begrijpt het verschil tussen bruto en netto gewicht en kan voorbeelden geven van voedselverspilling door laag rendement.
- De student kan het bruto gewicht van een voedingsmiddel berekenen (zoals ontvangen of gekocht) en het netto gewicht (bruikbare hoeveelheid na schoonmaken of bereiden).
- De student kan het afvalpercentage berekenen (percentage van het voedsel dat niet gebruikt kan worden, zoals schillen, botten, etc.).
- De student kan het rendementpercentage berekenen.


Slide 20 - Diapositive