Paragraaf 3.6

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Opgave 1
1 a Doordat de kerk een minder grote rol speelt, wordt het meer geaccepteerd dat mensen besluiten om het aantal kinderen beperkt te houden of helemaal geen kinderen te nemen. Hierdoor daalt het geboortecijfer.

Slide 7 - Diapositive

Opgave 2
2 – ‘Het vermoeden is dat meer dan 80% van de inheemse bevolking na de komst van de Portugezen is gestorven in de strijd met de koloniale heersers, door Europese ziekten waar ze niet tegen bestand waren, en door dwangarbeid in de slavernij.’
  – Inheemsen zijn door de koloniale tijd in een onderdrukte positie terechtgekomen en ze zijn zich sindsdien daartegen blijven verzetten.

Slide 8 - Diapositive

Opgave 3
3 a De totale bevolkingsgroei is de som van het geboortecijfer en het migratiesaldo.
  Sinds 1980 is het migratiesaldo 0. Daardoor wordt de groei van de totale bevolking dus alleen veroorzaakt door natuurlijke bevolkingsgroei. De lijn van de natuurlijke bevolkingsgroei is daardoor gelijk aan die van de totale bevolkingsgroei.
 b 1 daling sterftecijfer     2 daling geboortecijfer
  3 daling sterftecijfer en daardoor ook daling geboortecijfer
  4 daling geboortecijfer en daling sterftecijfer

Slide 9 - Diapositive

Opgave 4
4 Figuur C.
  Het vruchtbaarheidscijfer neemt steeds verder af (het is minder dan twee). In bron 2 is te zien dat het aantal kinderen dat geboren wordt, afneemt (er zijn minder kleuters dan tieners). De grote groep tieners en jongvolwassenen is in 2060 met een grote groep in de bevolkingspiramide vertegenwoordigd (veel ouderen), maar deze groepen hebben dan ook nog een groot aantal kinderen en kleinkinderen.
  (Toelichting: Figuur A is de bevolkingspiramide van een ontwikkelingsland. Figuur B klopt ook niet, aangezien daarin gemiddeld twee kinderen geboren worden (de onderste leeftijdsgroepen zijn net zo groot als de oudere leeftijdsgroepen).)

Slide 10 - Diapositive

Opgave 4 (deel 2)
worden (de onderste leeftijdsgroepen zijn net zo groot als de oudere leeftijdsgroepen).)

Slide 11 - Diapositive

Opgave 5
5 a Gezinsplanning is beleid dat erop gericht is om het aantal geboortes terug te dringen.
 b De economische groei moet dan ook in ieder geval 20% zijn.
  Toelichting: als het bnp aan het begin van het decennium bijvoorbeeld € 10 miljard was (€ 1000 per inwoner per persoon), dan moet het in een decennium met 20% groeien (van € 10 naar € 12 miljard) om ervoor te zorgen dat iedereen hetzelfde kan blijven verdienen.

Slide 12 - Diapositive

Opgave 6
6 a Het aandeel ouderen is groot en het aandeel jongeren klein in de zuidelijke en oostelijke staten. Hier wonen relatief veel blanke Brazilianen (etniciteit). Die krijgen minder kinderen en worden gemiddeld ouder. Ook zijn de inwoners in deze staten gemiddeld rijker (sociaaleconomische verschillen). Rijke mensen krijgen minder kinderen en worden gemiddeld ouder.
 b Voorbeelden van goede antwoorden:
  – Als de overheid blijft investeren in het Bolsa Familía-programma, dan verbetert de sociaaleconomische positie van arme Brazilianen in de noordelijke staten. Dat kan ertoe leiden dat gezinnen in deze staten vanzelf minder kinderen krijgen (door betere toegang tot zorg, voedsel en onderwijs).
  – Je kunt ook beredeneren dat de overheid moet blijven investeren in gezinsplanning. Als de bevolkingsgroei sneller afneemt, wordt het gemakkelijker om economische groei ten goede te laten komen aan iedereen.
 c Oudere mensen werken niet meer en dragen niet meer bij aan het vergroten van het bnp. Een kleinere groep jongere mensen zal daarvoor moeten zorgen. Daarnaast is voor ouderen meer zorg nodig en een goed zorgstelsel is duur. Er bestaat dus een kans dat door vergrijzing de inkomsten in een land afnemen en de kosten toenemen.

Slide 13 - Diapositive

Opgave 6 (deel 2)
noordelijke staten. Dat kan ertoe leiden dat gezinnen in deze staten vanzelf minder kinderen krijgen (door betere toegang tot zorg, voedsel en onderwijs).
  – Je kunt ook beredeneren dat de overheid moet blijven investeren in gezinsplanning. Als de bevolkingsgroei sneller afneemt, wordt het gemakkelijker om economische groei ten goede te laten komen aan iedereen.
 c Oudere mensen werken niet meer en dragen niet meer bij aan het vergroten van het bnp. Een kleinere groep jongere mensen zal daarvoor moeten zorgen. Daarnaast is voor ouderen meer zorg nodig en een goed zorgstelsel is duur. Er bestaat dus een kans dat door vergrijzing de inkomsten in een land afnemen en de kosten toenemen.

Slide 14 - Diapositive

Opgave 6 (deel 3)
moeten zorgen. Daarnaast is voor ouderen meer zorg nodig en een goed zorgstelsel is duur. Er bestaat dus een kans dat door vergrijzing de inkomsten in een land afnemen en de kosten toenemen.

Slide 15 - Diapositive

Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.

Slide 16 - Question ouverte