Indonesië H3 deel 1

Welkom
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Vakkenpakket keuze
Begin maken H3 
Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Heb jij al een idee over je vakkenpakket keuze?
Ja, ik weet al helemaal welk pakket en welke vakken ik neem!
Ik weet welk pakket, maar nog niet welke vakken.
Ik twijfel nog over welk pakket.
Ik ben er nog niet mee bezig.

Slide 3 - Sondage

Kies je aardrijkskunde in je vakkenpakket?
Jazeker
Zeker niet
Twijfel

Slide 4 - Sondage

H3 Een land met een groot aantal inwoners
Indonesië is na China, India en de VS het land met de meeste inwoners op aarde.
Veel bevolking biedt kansen voor de economie. 


Slide 5 - Diapositive

Natuurlijke bevolkingsgroei
  • Bevolking die groeit of krimpt door geboortes en sterfte.
  • Natuurlijke bevolkingsgroei = geboortecijfer - sterftecijfer.
  • In Indonesië daalt het sterftecijfer sneller dan het geboortecijfer. De natuurlijke bevolkingsgroei neemt toe.
  • Absolute groei: in aantallen (Indonesië: 2.000.000 toename p/j)
  • Relatieve groei: in percentages of promille. (Indonesië: 1,14% toename) 

Slide 6 - Diapositive

3.1 sociale bevolkingsgroei
  • Bevolking die groeit of krimpt door immigratie en emigratie.
  • Sociale bevolkingsgroei = Immigratie - emigratie.
  • migratiesaldo Indonesië: -1,1. 
  • Er vertrokken dus meer mensen dan dat erbij kwamen.

Slide 7 - Diapositive

3.2 Demografisch transitiemodel
  • Elk land doorloopt min of meer dezelfde fases van natuurlijke bevolkingsgroei. 
  • Deze fases hangen erg samen met economische ontwikkelingen.
  • Deze fases worden weergegeven in een model; het demografisch transitiemodel. (zie volgende slide).

Slide 8 - Diapositive

Voeg figuur 3.5 toe.
Volgende slides gaan in op elke fase

Slide 9 - Diapositive

Fase 1: pre-industrieel
  • Kenmerk: Geboorte- en sterftecijfer erg hoog. 
  • Vindt plaats in landen met weinig ontwikkeling.
  • Veel kindersterfte door tekort aan medicijnen.
  • Veel sterfte door oorlogen en hongersnoden.
  • Weinig landen in fase 1. Te vergelijken met NL in de middeleeuwen.
Geboortecijfer

Slide 10 - Diapositive

Fase 2: vroeg-industrieel
  • Kenmerk: Sterftecijfer daalt sterk.
  • Ontwikkeling: Eerste industrieën. 
  • Gevolgen: Mensen gaan naar de stad, inwoners krijgen betere zorg (bv vaccinaties) en betere voedselzekerheid.
  • NL bevond zich voor de Tweede Wereldoorlog in fase 2. 

Sterftecijfer


Totale bevolking

Slide 11 - Diapositive

Fase 3: laat-industrieel
Kenmerk: Geboortecijfer daalt.
Ontwikkeling: Bevolking en welvaart snel gegroeid.
Gevolg: Noodzaak om veel kinderen te krijgen is gedaald.

Geboortecijfer


Totale bevolking





Sterftecijfer

Slide 12 - Diapositive

Fase 4: Postindustriële fase
Kenmerk: Geboortecijfer zo sterk gedaald, dat het bijna gelijk is aan sterftecijfer.
Ontwikkeling: Geen grote ontwikkeling.
Gevolg: Natuurlijke bevolkingsgroei bijna 0.
Nederland bevindt zich momenteel in fase 4.

Totale bevolking




Geboortecijfer


Sterftecijfer

Slide 13 - Diapositive

Fase 5
Kenmerk: Geboortecijfer is lager dan sterftecijfer.
Ontwikkeling: Veel ouderen zorgen ervoor dat het sterftecijfer hoger is dan geboortecijfer.
Gevolg: Natuurlijke bevolkingsgroei is onder 0, bevolking krimpt dus.
Land zoals Japan bevinden zich in fase 5.

Totale bevolking







Sterfte cijfer

Geboorte cijfer

Slide 14 - Diapositive

3.3 Indonesië i n het demografisch transitiemodel
Indonesië zit in de fase waar NL in zat na WOII --> Bevolking groeit snel maar geboortecijfer daalt ook snel.
Daling geboortecijfer heeft meerdere redenen:
  • Meer mensen door werk en welvaart in stad. In de stad minder kinderen nodig om te helpen dan platteland.
  • Mensen bouwen pensioen op, en kids zijn dus niet meer noodzakelijk voor later.
  • Vrouwen gaan steeds meer studeren en werken. Vrouwen trouwen ook later.
  • Religie moderniseert. Vroeger de taak om zoveel mogelijk kids te krijgen, nu niet meer zo praktisch.
  • De overheid bemoeit zag in dat de bevolkingsgroei moest remmen. --> veel reclame om gezinsplanning te stimuleren. 

Slide 15 - Diapositive

Reclame voor gezinsplanning
Dalend geboortecijfer 

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Maken: Opdracht 21 t/m 26.
Je mag samenwerken.
Tot het einde van de les.

Slide 17 - Diapositive