H7.4 M3b

Welkom
3 MAVO ||  2019-2020

Hoofdstuk 7
De overheid voor ons allemaal

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom
3 MAVO ||  2019-2020

Hoofdstuk 7
De overheid voor ons allemaal

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Wat was ook alweer privatiseren?

Slide 3 - Question ouverte

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is
  • Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft

Slide 4 - Diapositive

Werkvorm
In groepjes van 3

Elke groepje heeft €5 miljoen

Elk lid van een groepje vertegenwoordigd een schoolvak

Hoeveel van de €5 miljoen zou jij moeten krijgen?

Slide 5 - Diapositive

Groep 1:
Amir - Ne
Boris - Wi
Chanty - Eco
Groep 2:
Donna - Ne
Dylan - Wi
Famke - Eco
Groep 3:
Finn - Ne
Fiona - Wi
Floortje - Eco
Groep 4:
Ilyas - Ne
Isabel - Wi
Jaimee - Eco
Groep 5:
Jill - Ne
Joeri - Wi
Lilya - Eco
Groep 6:
Omar - Ne
Pascalle - Wi
Rosali - Eco
Tim - Eng

Slide 6 - Diapositive

Miljoennnota
  • De rijksbegroting is een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die de rijksoverheid in het komende jaar verwacht.

  • De miljoenennota is een toelichting op deze inkomsten en uitgaven.

  • De minister van Financiën presenteert elk jaar op de derde dinsdag van september (Prinsjesdag) de rijksbegroting aan de Tweede Kamer.

Slide 7 - Diapositive

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/begrotingen/2019/09/17/miljoenennota-2020

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag/lesmateriaal/miljoenennotaposter

Slide 8 - Diapositive

Begrotingstekort
  • Als de overheid verwacht dat ze meer geld moet uitgeven dan dat er binnenkomt, is er een begrotingstekort.

Slide 9 - Diapositive

Wat kun je doen als je geld tekort komt?

Slide 10 - Question ouverte

De overheid kan dit tekort voorkomen door te bezuinigen, of door te zorgen voor extra inkomsten.

Kan de overheid een begrotingstekort niet voorkomen, dan moet de overheid geld lenen.

Slide 11 - Diapositive

Staatsschuld
  • De staatsschuld is het totaal aan leningen dat de overheid op een bepaald moment heeft.
  • Doordat de overheid in alle jaren met een begrotingstekort geld heeft geleend, is een staatsschuld ontstaan.
  • Die schuld daalt als de overheid aflost op de leningen. Over de staatsschuld betaalt de overheid ieder jaar rente.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
Maken H7.4 opdracht 40 t/m 43
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 13 - Diapositive

Kun je beschrijven wat de rijksbegroting is

Slide 14 - Question ouverte

Kun je de gevolgen benoemen wanneer de overheid een begrotingstekort heeft

Slide 15 - Question ouverte

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je beschrijven wat voor belastingen je als burger aan het Rijk betaalt

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn de grootste inkomstenbronnen van Nederland?

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Belastingen
De belangrijkste inkomsten van het Rijk zijn belastingen. 
Er zijn twee groepen:
  • Kostprijsverhogende belastingen
  • Belastingen op inkomen, winst en vermogen

  • Andere inkomsten van het Rijk zijn sociale premies en de niet-belastingontvangsten zoals winst uit staatsbedrijven en boetes.

Slide 19 - Diapositive

Indirecte belastingen
Kostprijsverhogende belastingen = indirecte belastingen.

Bijv. accijns en btw -> Verwerkt in de prijs die je als consument betaalt aan de leverancier.

Indirecte belastingen: je betaalt ze via de leverancier aan de overheid.

Slide 20 - Diapositive

Directe belastingen
Belasting op inkomen, winst en vermogen =
directe belastingen. 

Bijv. inkomstenbelasting -> Als je in loondienst werkt, houd je werkgever loonbelasting in en betaalt dit aan de overheid. 

Bv’s en nv’s betalen over hun winst vennootschapsbelasting. 

Slide 21 - Diapositive

Als de accijns en btw verhoogd wordt, dan is dit een verhoging van
A
Indirecte belastingen
B
directe belastingen

Slide 22 - Quiz

Wat betaal jij aan belastingen?
Wat betaal jij aan de overheid?
Zijn het directe of indirecte belastingen?
Leg je antwoord uit

Slide 23 - Question ouverte

Draagkrachtbeginsel
Bij de loon- en inkomstenbelasting past de overheid het draagkrachtbeginsel toe.
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding meer belasting dan iemand met een laag inkomen.
Als gevolg hiervan worden de verschillen tussen de netto-inkomens kleiner dan tussen de bruto-inkomens.

Slide 24 - Diapositive

Draagkrachtbeginsel
Iemand met een hoog inkomen betaalt in verhouding meer belasting dan iemand met een laag inkomen.

Hoe kan je dat zien in Nederland?

Als gevolg hiervan worden de verschillen tussen de netto-inkomens kleiner dan tussen de bruto-inkomens.

Slide 25 - Diapositive

Profijtbeginsel
De overheid past soms het profijtbeginsel toe. 

Je betaalt pas belasting als je ergens gebruik van maakt.

Slide 26 - Diapositive

Bedenk een voorbeeld van het profijtbeginsel.

Slide 27 - Question ouverte

Profijtbeginsel en autobezitters
Autorijders hebben op drie manieren te maken met het profijtbeginsel:
  • In de aanschafprijs zit een bedrag voor de bpm (belasting van personenauto's en motorrijwielen).
  • Voor het bezit van een auto betaal je motorrijtuigenbelasting.
  • Als je tankt, betaal je accijns en btw.

De overheid laat autobezitters veel belasting betalen, want voor hen worden dure wegen, viaducten en andere verkeersvoorzieningen aangelegd. 

Daarbij is autorijden schadelijk voor het milieu.

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag
H7.4 afmaken
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen

Klaar? Nakijken

Niet af? Huiswerk!

Slide 29 - Diapositive