Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
€ 2,50 + € 2,50 = € .....
Slide 1 - Question ouverte
JUF LEGT HET UIT
€ 22,90 + € 7,10 = € .........
Slide 2 - Diapositive
€ 15,70 + € 0,30 = € .....
Slide 3 - Question ouverte
€ 40,70 + € 2,30 = € .....
Slide 4 - Question ouverte
€ 7,20 + € 0,90 = € .....
Slide 5 - Question ouverte
JUF LEGT HET UIT
€ 20,50 - € 1,50 = € .........
Slide 6 - Diapositive
€ 6,00 - € 2,00 = € .....
Slide 7 - Question ouverte
Zet de klok 30 minuten later.
07:15
Slide 8 - Question ouverte
Zet de klok 30 minuten later.
05:25
Slide 9 - Question ouverte
lesdoel
Ik kan rekenen met euromunten en eurobiljetten in contextsommen.
Ik kan rekenen met tijd in contextsommen.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Ik koop een dvd. De normale prijs is €24,50. In de aanbieding is de dvd € 20,50. Hoeveel euro korting krijg ik? €....... korting
Slide 12 - Question ouverte
Ik kijk naar 2 films. Film één duurt 1 uur en 30 minuten. Film twee duurt 2 en een half uur. Hoe lang duren de films samen.
Slide 13 - Question ouverte
juf legt het uit
Slide 14 - Diapositive
Ik ga met het vliegtuig. Hoe lang duurt de vlucht? .... uur en ... minuten
Slide 15 - Question ouverte
Jos moet € 12,50 betalen. Hij geeft een briefje van 10,00 euro De rets betaal hij met muntjes van 50 cent. Hoeveel muntjes moet hij betalen? ...... muntjes