Examentraining - vlak voor het eindexamen!

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

EINDEXAMEN FRANS
HAVO 5

Slide 2 - Diapositive

Examentraining



Contenu:
Des tuyaux
Quelques questions
Faire des textes

Slide 3 - Diapositive

1. Standaard meerkeuze vragen 17 / /
2. Gatentekstvragen 6 / /
   
3. Beweringen / stellingen 6 / /

4. Structuurvragen 3 / /
   
5. Open vragen (1) 7 / /
 
Citeervragen (2) 1 / /

Slide 4 - Diapositive

En hoe nu verder?
Hoe beantwoord je de vraagsoorten?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Examentip 1
Je mag in de examenboekjes schrijven, strepen, markeren etc.

Maak daar gebruik van!

Als je bijv. een woord opzoekt in het woordenboek, schrijf de betekenis van dat woord in de tekst op.

Slide 7 - Diapositive

Examentip 2
Het goede antwoord staat vaak in de eerste of laatste zin van de alinea/in de buurt van een signaalwoord/na een dubbele punt:
E.L.Z.A.

Slide 8 - Diapositive

Examentip 3
Kijk op Teams voor tips en links naar woordenlijsten en extra oefenmateriaal 
(--> uitlegfilmpjes op YouTube).

Voor leesvaardigheid kun je leren én oefenen!

Hoe meer je dat doet, hoe beter je cijfer wordt!

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn je verwachtingen van het examen Frans?

Slide 10 - Question ouverte

Encore quelques questions:

Slide 11 - Diapositive

Welke 2 Franse signaalwoorden kun je gebruiken als ''dus''?
A
surtout
B
alors
C
donc
D
parce que

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord geeft GEEN TEGENSTELLING aan?
A
malgré
B
pourtant
C
sûrement
D
mais

Slide 13 - Quiz

Na dit signaalwoord komt een voorbeeld of uitleg
A
ainsi
B
aussi
C
bref
D
pourtant

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord geeft GEEN OPSOMMING aan?
A
car
B
d'abord
C
de plus
D
ensuite

Slide 15 - Quiz

Welk signaalwoord geeft GEEN BEVESTIGING aan?
A
sûrement
B
evidemment
C
certainement
D
par contre

Slide 16 - Quiz

Welk signaalwoord leidt een reden in?
A
pendant
B
enfin
C
alors
D
parce que

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord geeft GEEN conclusie aan?
A
bref
B
donc
C
pourtant
D
enfin

Slide 18 - Quiz

Welk signaalwoord hoort op de open plek?
A
c'est à dire
B
car
C
en tout cas
D
ensuite

Slide 19 - Quiz

Vul het passende signaalwoord in:
J'ai fait mes exercices, j'ai appris le vocabulaire, ..... je suis bien préparé!
A
en plus
B
parce que
C
par contre
D
bref

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord past?
D'abord on a bu du coca, ______ on a mangé un sandwich.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 21 - Quiz

Wat betekent 'pas mal de'
A
niet slecht
B
best veel
C
slecht

Slide 22 - Quiz

Een tekst met maar één vraag van het type juist/onjuist
A
maak ik gelijk: dit is 2 punten waard!
B
bewaar ik tot het eind: te groot risico

Slide 23 - Quiz

cito 2021-2 teksten 7 + 11
Sarah Ourahmoune, le sens du combat
tekst --> https://static.alleexamens.nl/HAVO/Frans/2021/II/Frans/Frans%202021%20II_bijlage.pdf
vragen --> https://www.exaplus.nl/wp-content/uploads/fa-h-2021-2-7-o.pdf 

Non, le papier n'est pas mort 
https://www.exaplus.nl/non-le-papier-nest-pas-mort/

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Maintenant: Au travail!
Maak de tekst: Rotterdam
https://examengemak.nl/file/Havo%20-%20Frans%20-%2013%20-%20II%20-%20Tekst%209.pdf

Slide 26 - Diapositive