Lesson 21 opdr. 7 t/m 11

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

	Vak: Engels Lesson 21
1.	Lesopening
2.	Terugblik
3.	Lesdoel
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Open je boek op blz. 37 in je werkboek. 

Open je boek op blz. 102/103 in je werkboek. 

2. Terugblik

Hoe zat het ook alweer met was en were...

Wanneer gebruik je 'was' (bij welke personen)?

En wanneer gebruik je 'were', bij welke personen?

3. Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je:

- de trap van vergelijken toepassen.

- de namen van de maanden noteren volgens de juiste schrijfwijze. 

4. Instructie

Wat weet jij van trappen
van vergelijking

The giraff is ... than the warthog

1. Large
2. Larger
3. alle 3 zijn goed
4. Largest

I love my grandma.
She is the ..............grandma there is. (silly)

1. sillyest
2. sillier
3. sillyier
4. silliest

Hoe zat het ook al weer?

Er zijn een aantal spellingregels --> denk aan: funny – funnier – funniest. Of big – bigger – biggest

Als een bijvoeglijk naamwoord (adjective) twee of meer lettergrepen heeft dan gebruik je niet -er of -est achter het woord maar

more of most ervoor; more beautiful most beautiful.

En uitzonderingen zoals good en bad

6. Zelfstandig werken

Je maakt opdr. 7 t/m 11, (blz. 37 t/m 39 in je werkboek). 

Klaar? Dan stuur je een foto van je werk naar de juf. 

Akkoord? Dan stuurt ze je de antwoordbladen en kijk je je werk na, verbeter waar nodig met een andere kleur. 

Indien nodig stuur je daarna nog foto's naar de juf.