Kunstbeschouwing Beeldende kunst KUA

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

KUNSTBESCHOUWING

BEELDENDE KUNST KUA

Voorstelling & vormgeving

FEITELIJK, SPECIFIEK en GEDETAILLEERD ANTWOORDEN!!

Begrippen Syllabus!

Focus ook op de kunstbeschouwelijke begrippen in de syllabus. Dit is ‘gewoon’ stampwerk. Ken dus de kunstbeschouwelijke begrippen per kunstdiscipline (dans, theater, film, beeldend etc.) + ken het

verschil tussen voorstelling- en vormgevingsaspecten per kunstdiscipline.

Zie: termen en begrippen in de Syllabus.

BLIJF VOLLEDIG

Geef volledig antwoord. 

- Denk aan de toevoeging van een extra woord: bij voorstelling bijv. niet alleen 'boom', maar 'tropische boom' en bij vormgeving niet alleen 'kleur' maar bijv. 'warme kleuren'.

- Indien er specifiek om een aspect wordt gevraagd noteer dan altijd eerst het aspect. Wanneer er bijvoorbeeld om een vormgevingsaspect wordt gevraagd. Noteer dan eerst het vormgevingsaspect en geef daarna uitleg bijv.:

→ KLEUR: ........

of VORM: ............

BEELDENDE KUNST EN VORMGEVING

I. Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is er te zien op een object? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?

II. Inhoud: Waar gaat het werk over: wat is het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?

III. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt het gebouw/object/affiche vormgegeven?

IV. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?