S1W4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

SAMENSTELLINGEN

*Samenstellingen van twee of meer woorden schrijf je in het Nederlands aan elkaar. 

*Een samenstelling is een woord dat is opgebouwd uit twee of meer woorden die ieder zelfstandig kunnen voorkomen.

vb: minimuminkomen, politieacademie, televisietoestel, koffiezetapparaat, kortetermijngeheugen, nietszeggend, trompetsolo, alcoholhoudend en viersterrenhotel.

SAMENSTELLINGEN

*Getallen tot duizend en en samenstellingen met honderd en duizend schrijf je aan elkaar

vb: tweeënzestig, zeshonderd, twaalfduizend

  

*Voornaamwoordelijke bijwoorden schrijf je aan elkaar

vb: ervoor, daarnaast, erachter en hierbinnen

De woorden te()kort, te()veel en te()goed

*Je schrijft ze als bijvoeglijk naamwoord los. Ze betekenen dan korter/meer/beter dan gewenst. 

vb: Zij heeft te veel schoenen

*Als zelfstandig naamwoord schrijf je deze woorden aan elkaar. Zij hebben dan niet meer hun letterlijke betekenis.

vb: Het tekort aan banen is een groot probleem. 

SAMENSTELLINGEN 

OEFENEN

1 SAMENSTELLING?

A. distributiekantoor

B. distributie kantoor

2 SAMENSTELLING?

A. zevenhonderddertien

B. zevenhonderd dertien

3 SAMENSTELLING?

A. dichtst bijzijnde

B. dichtstbijzijnde

4 SAMENSTELLING?

A. Zuid-Hollander

B. Zuidhollander

5 SAMENSTELLING?

A. in dienst treding 

B. indiensttreding

6 SAMENSTELLING?

A. alleenwonend

B. alleen wonend

7 SAMENSTELLING?

A. anti rookcampagne

B. antirookcampagne

8 SAMENSTELLING?

A. fiets verhuur

B. fietsverhuur

9 SAMENSTELLING?

A. bruto nationaal inkomen

B. brutonationaalinkomen

10 SAMENSTELLING?

A. kortetermijnplanning

B. korte termijnplanning