Schrijfopdracht 7: vertelperspectieven

Schrijfopdracht 7: Vertelperspectieven
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijfopdracht 7: Vertelperspectieven

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent het woord perspectief in de context van schilderkunst en fotografie?

Slide 2 - Carte mentale

Wat wordt bedoeld met toekomstperspectief?

Slide 3 - Carte mentale

Wat zal bedoeld worden met vertelperspectief in de context van verhalen?

Slide 4 - Carte mentale

Schrijfopdracht 7a
Je bekijkt de volgende foto. Leef je in beide atleten in. Wat zouden ze voelen en denken op het moment van de foto? 

Kies één van de beide atleten en beschrijf de gebeurtenis vanuit haar perspectief in 75-100 woorden. 
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Vertelperspectief
Perspectief --> een punt van waaruit iemand naar iets kijkt of waarneemt. 

Woorden die synoniem zijn aan perspectief zijn: 
invalshoek, standpunt, oogpunt, optiek, gezichtspunt, panorama, uitzicht, vergezicht, doorzicht. 

Slide 7 - Diapositive

Vertelperspectief
Een verhaal wordt verteld door een verteller. Vanuit zijn perspectief worden alle personages en gebeurtenissen gepresenteerd. 

Perspectief: de bril waardoor je naar personages en gebeurtenissen kijkt. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Vertelperspectief: ik-verteller
Ik-verteller:
* vertelt de door hem of haar beleefde gebeurtenissen in de ik-vorm 
* vertelt ook zijn/haar gevoelens en gedachten over bepaalde gebeurtenissen
* lezer kan zich goed inleven in dit personage
* bewust zijn van het feit dat wat de ik-persoon ziet en beleeft subjectief is en niet met de werkelijkheid hoeft te kloppen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

personale of hij/zij-verteller
Personale of hij/zij-verteller:
* het verhaal wordt vanuit een hij of een zij verteld.
* je hebt toegang tot de gedachten en belevingswereld van die verteller.
* personale verteller staat iets meer op afstand.
* lezer wordt niet gewongen om in de huid van het personage te kruipen. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Meervoudig perspectief
Meervoudig perspectief:
* het verhaal wordt verteld door meerdere ik-vertellers of hij/zij vertellers. 
* de schrijver kan gebeurtenissen uit verschillende invalshoeken benaderen waardoor je als lezer gestimuleerd wordt om dit ook te doen. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Alwetende of auctoriale verteller
Alwetende of auctoriale verteller:
* hoort, ziet en weet alles
* kent de gedachtes van (alle) personages
* weet wat er vroeger is gebeurd en later nog zal gebeuren
* komt veel voor in volwassen literatuur (boeken in havo 4-5)

Meestal weet je in de eerste alinea al met wat voor een verteller je te maken hebt. 

Slide 16 - Diapositive

Vertelperspectief
Voorbeelden van verschillende vertelperspectieven op blz. 120 van je theorieboek.

Slide 17 - Diapositive

Lezen
Marita de Sterck - Harde hand 

Fragment 1 en 2 


Oefenboek: blz. 60 - 67


Slide 18 - Diapositive

In welk perspectief is dit verhaal geschreven?
A
ik-verteller
B
personale verteller
C
meervoudig perspectief
D
auctoriale verteller

Slide 19 - Quiz

Ik ken en begrijp de verschillende vertelperspectieven
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Schrijfopdracht 7b
Maak opdrachten 1 en 2, blz. 66 als voorbereiding voor de uiteindelijke opdracht. 

Maak daarna opdracht 3 met de informatie uit opdracht 1 en 2. 

Slide 21 - Diapositive

Beoordeling opdracht 7
Het dagboekfragment bevat de onderstaande punten. elk punt dat ontbreekt = -1 punt
(Inhoud  totaal 6 punten):
1) Je beschrijft wat er gebeurt nadat Tom Turbo bij Mira thuis heeft gebracht.
2) Je beschrijft zintuiglijke indrukken van Turbo (ruiken, horen, voelen, zien, proeven).
3) Je beschrijft de lichaamstaal van Turbo, passend bij een hond.
4) Je beschrijft wat Turbo 'zegt', oftewel, hoe hij reageert op mensen.
5) Je beschrijft wat het verschil is in belevingswereld van  mens en hond.   






Slide 22 - Diapositive

Beoordeling opdracht 7
Conventies (totaal 2 punten) elk punt dat ontbreekt = -1
1) gebruik van alinea's
2) het verhaal heeft een titel
3) logische volgorde
4) samenhang
5) verhaal is vanuit het perspectief van Turbo geschreven



Slide 23 - Diapositive

Beoordeling opdracht 7
Taalgebruik totaal 5 punten: 
Formuleren:  5 of meer fouten = -3 punten
Spelling: 5 of meer fouten = -3 punten
Interpunctie: 2 of meer fouten = -1 punt

Let op: Je maakt de opdracht op de computer, dus gebruik ALTIJD de spellingscontrole!!

Slide 24 - Diapositive

Schrijfopdracht 6, 7 en 8
Opdracht 6: Esperanto-opdracht
opdracht 7: dagboekpagina 
opdracht 8: gedicht

Alles in één keer inleveren in Magister.Learn.

Slide 25 - Diapositive

Beoordelingen

Cijfers:
schrijfopdracht 6: Esperanto-opdracht (zie beoordelingsformulier)
schrijfopdracht 7: dagboekfragment (zie beoordelingsformulier)
schrijfopdracht 8: gedicht (zie beoordelingsformulier)

Deze cijfers worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door 3 = eindcijfer schrijfopdrachten 6, 7 en 8.


Slide 26 - Diapositive