H3 Mavo 3 C: futur simple dictée voc e en f 21 maart 2023

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

      Chapitre 3

Vive la France!

Vive le français!

Planning d'aujourd'hui

*   Voc. E en F                      : Dictée sur une feuille

*   Voc. G                              : Prononciation

*  Opdracht C                        : opdracht 13 t/m 15 bespreken en stencil

*  Hoe ziet een brief eruit      : Bekijken en bespreken

*  Opdracht H                        : Starten met vraagzinnen

  

            

Prends ton stylo!

Dictée voc. E et F

Doel van de "dictées"

1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.

2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.

3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.

4. De uitspraak wordt geoefend.

5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.

6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.

Dictée

* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal

* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal

Dictée chapitre 3: Vocabulaire E + F

1. La formation. 

2. Voyager.

3. J'ai envoyé une lettre en allemand.

4. Quel est ton pays francophone préféré?

5. C'est une école internationale.

Dictée chapitre 3: Vocabulaire E et G

6. Het is makkelijk.                          

7. Moeilijk

8. Het interesseert me.

9. Waarom zal je Frans kiezen.

10. Omdat ik Frans leuk vind.

Ici on parle français!

Résumé

Planète francophone

La Belgique et l'Afrique

Future top modèle

le futur simple (de toekomende tijd)

le verbe: connaîte

Au Canada: les Québecois

poser une question

Prends tes livres!

Livre d'exercices A

page 121: voc. G

Prononciation

Prends tes livres!

Livre de textes:

page 40

Livre d'exercices A

page 94 en 95

Opdracht 13 t/m 15 nog even bekijken

Wat is een vorm van de futur?
VISITER

1. je visite
2. je visiterai
3. je visiter
4. je visitai

Wat is een vorm van de futur?
DEMENAGER

1. ils déménagent
2. ils déménagerent
3. ils déménageront
4. ils déménager

Wat is een vorm van de futur?
FINIR

1. nous finons
2. nous finissons
3. nous finions
4. nous finirons

Wat is een vorm van de futur?
PARTIR

1. elle partira
2. elle partiras
3. elle part
4. elle parte

Wat is een vorm van de futur?
PRENDRE

1. tu prends
2. tu prendras
3. tu prendreas
4. tu prendre

Wat is een vorm van de futur?
DIRE

1. je dirai
2. je direai
3. je dis
4. je disai

Welke futur stam heeft het werkwoord

AVOIR

1. aur
2. ser
3. pourr
4. fer

Welke futur stam heeft het werkwoord

vouloir

1. pourr
2. voudr
3. ser
4. aur

Welke futur stam heeft het werkwoord

ETRE

1. fer
2. ir
3. aur
4. ser

Welke futur stam heeft het werkwoord

ALLER

1. fer
2. aur
3. ser
4. ir

Sur la table....

* TES LIVRES: 

Livre de textes 

Livre d'exercices A

* TON CAHIER

* TA TROUSSE

* TON ORDINATEUR

Prends tes livres!

Livre de textes:

page 40

Livre d'exercices A

page 994 en 95

Opdracht 13 t/m 15

Au travail

Wat          : Maken van C opdrachten 13 c en 13 d van blz. 94 en 95

Hoe          : Uit je hoofd proberen en anders lees blz. 39 van je tekstboek nog eens.

Wie          : Alleen

Tijd           : 5 minuten

Klaar        : Maken van C opdrachten 13 a b en c

Resultaat : Samen bespreken.

Les devoir: leren voc. A en B en leren C en maken C: opdracht 13 d