Unité 2 - keuzeopdracht

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

A3 le 22 novembre 2019

Lesdoel: aan het einde van de les...

- ik kan Franse zinnen op verschillende manieren vragend maken

- ik weet de goede vervoegingen van het werkwoord savoir

- ik kan de futur simple en de futur du passé toepassen in een Franse zin

Le programme:

1. Corriger les devoirs (24,25,26,28)
2. Keuzeopdracht 

3. Quizlet 

wij wisten

1. nous avons su
2. nous savions
3. vous avez su
4. vous saviez

Hij weet

1. il sais
2. il sait
3. il savais
4. il savait

De futur simple vertaal ik met:

1. zal/zullen
2. zou/zouden

Zij zal vertrekken (partir)

Pierre et Marie (zouden gaan)

Tu (zal aankomen)

Maak de zin op twee andere manieren vragend:
Tu vas au concert demain?

Maak de zin op twee andere manieren vragend:
Comment est-ce que tu vas à l'école?

Keuzeopdracht 

Vraagzinnen:

- Maak de opdracht van dia 13

Werkwoord savoir:

- Maak opdracht 8F,8G,8I (blz. 93)

Futur simple + futur du passé: 

- Maak opdracht 16F+16H (blz. 95)

Maak de volgende zinnen op twee andere manieren vragend

1. Vous aimez le café?

2. Quand est-ce que tu pars en vacances?

3. Tu t'appelles comment?

4. Est-ce que tu as déjà choisi ta filière?

Les devoirs: le 25 novembre

Faire: - 

Apprendre: apprendre 1 t/m 10