1BK 3.8 Spelling deel 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

1 basis 3.8 spelling les 3

Doelen van deze les

Je kunt sterke (en dus ook zwakke) werkwoorden herkennen

Je kunt de tijd veranderen van sterke en zwakke werkwoorden

Je kunt de zelfstandig naamwoorden uit een tekst veranderen naar meervoud óf enkelvoud

Je herkent wat er dan verandert

Wie weet heb je tijd om een stukje te lezen

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Weet je nog?

Een sterk werkwoord

1. verandert van klank als je de tijd verandert
2. bestaat alleen in de Nederlandse taal
3. eindigt bij een voltooide tijd nooit op -en
4. verandert nooit van klank

Welk van de werkwoorden is sterk?

1. huilen
2. fietsen
3. zitten
4. winkelen

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord zitten?
(Ik zit - ik zat - ik heb .....)

Is zingen een sterk werkwoord?
Waarom wel of juist niet?

Als ik je weer zie

Als ik de nacht bewonder

Besef ik dat ik altijd onder

Dezelfde hemel sta als jij

En ben je even heel dichtbij

'k hoef maar aan je te denken

Hoe je danst in de lente

Wat zou ik je graag bij je zijn

Aan de slag!

Bekijk eerst de opdracht

Opdracht 1: onderstreep alle werkwoorden

Opdracht 2: onderstreep alle sterke werkwoorden

Opdracht 3: verander de tijd van alle sterke werkwoorden

Kijk je eigen werk na!

Pas aan wat je nog niet helemaal goed had.

Is het liedje afgelopen?

Dan is iedereen klaar met nakijken

       Onderstreep alle werkwoorden

Als ik de nacht bewonder

Besef ik dat ik altijd onder

Dezelfde hemel sta als jij

En ben je even heel dichtbij

'k Hoef maar aan je te denken

Hoe je danst in de lente

Wat zou ik graag bij je zijn

    Onderstreep alle sterke werkwoorden

      Er is zoveel dat ik zeggen kan

Mijn homie, mijn vriend, mijn beste man

Tijd vliegt voorbij zonder pauzes

We zijn beiden veel te druk

Man ik hou van je

Want al  zit  ik soms fout

Je neemt me niks kwalijk

Een blik voor een miljoen verhalen

Elke sorry die is overbodig

Je bent daar als de nood het hoogst is

Verander de tijd van alle sterke werkwoorden

Als ik je weer zie                                   zag

Stel dat ik je eerder zie                         zag

Ik zal je pakken, ik zal je smakken           zou

Ik til je op ga door het dak en ik           ging

Neem je mee                                           nam

Zelfs als ik je niet zie                              zag

Voelt het toch altijd met z’n twee                

Wat vond je nog lastig?

Wat ging supergoed?

Wat er nu komt wist je ook al.....

Zelfstandig naamwoorden

meervoud op -en

Let op: soms met je een extra letter schrijven

Soms moet je een letter weglaten

Soms moet je een letter veranderen

pan - pannen

muur - muren

neus - neuzen

Een opdracht bij je eigen boek

Op welke bladzijde was je gebleven? Neem die voor en maak de opdracht.

Zoek zelfstandig naamwoorden op die in meervoud eindigen op -en

Schrijf het enkelvoud én meervoud op

Schrijf ook op of en wat er verandert 

(extra letter, letter minder, andere letter)

Werk voor jezelf

Is de opdracht klaar? Lees dan verder in je boek!

Doelen van deze les

Je kunt sterke (en dus ook zwakke) werkwoorden herkennen

Je kunt de tijd veranderen van sterke en zwakke werkwoorden

Je kunt de zelfstandig naamwoorden uit een tekst veranderen naar meervoud óf enkelvoud

Je herkent wat er dan verandert

Wie weet heb je tijd om een stukje te lezen

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord