§8.2 Bloed stroomt

Paragraaf 8.2 Bloed stroomt
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 8.2 Bloed stroomt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de onderdelen 1 t/m 4

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
1 = bloedplaatje
2 = rode bloedcel
3 = witte bloedcel
4 = bloedplasma

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Welkom
  • Herhalen oude stof d.m.v examenvraag behandelen
  • Nieuwe stof Paragraaf 8.2 'Bloed stroomt'
  • Opdracht/werkvorm
  • Aan de slag/huiswerk
  • Klassikale afsluiting

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Ziekte 1 : Bloedplaatjes
Ziekte 2 : Witte bloedcellen
Leerdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen de 3 soorten bloedvaten.
  • Je kunt de onderdelen van het hart benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe een hartinfarct ontstaat.
  • je kunt uitleggen hoe bloeddruk werkt.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nierslagader
nierader
haarvaten
haarvaten in het hoofd
leverslagader
darmslagader
halsslagader
longslagader
halsader
poortader
holleader
rechter boezem
rechter kamer
linkerkamer
linker boezem
aorta
longader
Leer de namen van de bloedvaten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Kleine bloedsomloop bestaat uit dikgedrukte woorden: 1,2,b,c

  • Grote bloedsomloop bestaat uit de overige woorden. 

1. Longader
2. Longslagader
3. aorta
4. beenslagader
5. beenader
6. onderste holle ader
7. hoofdader
8. hoofdslagader
9. poortader
10. leverslagader
a = rechterboezem 
b =  rechterkamer
c  = linkerboezem
d = linkerkamer

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen bloedplaatjes?
A
Maken wondjes dicht
B
Bestrijden ziekteverwekkers
C
Vervoeren zuurstof
D
Vervoeren koolstofdioxide

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke bloedvaten vindt opname en afgifte van stoffen plaats?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 soorten bloedvaten zijn er?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?
A
Het lichaam van zuurstof voorzien
B
Zuurstof ophalen bij de longen
C
De hersenen van zuurstof voorzien
D
Zuurstof uit de lucht halen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartkleppen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Linker boezem
Rechter boezem

Linker kamer
Rechter kamer
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

welk punt geeft een kransslagader aan?

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

poortader
holle ader
aorta
nierader
leverslagader
halsader
leverader
halsslagader
nierslagader
longslagader

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
5
4
3
7
8
longader 
longslagader 

aorta 

halsslagader
onderste holle ader
haarvaten
halsader

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartproblemen
  • Het hart krijgt zuurstof via kransslagaders
  • Cholesterol kan een vernauwing veroorzaken
  • Hart krijgt te weinig zuurstof --> hartinfarct

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstaat bloeddruk?
  • Bloed drukt tegen de wanden van bloedvaten = bloeddruk
  • Kamers trekken samen --> bovendruk
  • Hartpauze = onderdruk

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Opdrachten 8.2 maken + nakijken (3,4,5,6,8,10,15,20)
Samenvatting 8.2 maken

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions