Woordsoorten 1.8

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vandaag beginnen we met herhalen van de woordsoorten voor de toets van 17 juni.

• 1.8 Woordsoorten - ZN, LW en WW
• Afsluiting met quiz

Woordsoorten bepalen

Dat noem je ook wel taalkundig ontleden.

Redekundig ontleden, wat was dat dan ook alweer?

Onderwerp, persoonvorm, lijdend voorwerp etc.

Bij woordsoorten ontleed je ieder woord!

De lijst met de woordsoorten voor de toets vind je op p. 208 (boek A).

Zelfstandig naamwoord (zn)

• mensen, dieren, planten, dingen en begrippen

• kan een lidwoord voor (de/het/een)
• kan meestal in meervoud
• kan je vaak een verkleinwoord van maken (kuikentje)

• Eigennamen: Lisa (voornaam), Den Haag (stad), Phillips,   
   Coca Cola (bedrijfs- of merknaam)

Lidwoord (lw) > olw en blw

Onbepaald: 

een > olw

Bepaald: 

het > blw

de > blw

Werkwoord

 Geeft een handeling, situatie, of gebeurtenis aan. 

 Bijv. bellen, struikelen, sneeuwen

 Eindigt een werkwoord altijd op -en-?

Een werkwoord kun je aanpassen: 

- aan de persoon die iets doet: hij belt, de kinderen bellen

- aan de tijd: ik werkte, ik moest werken, wij hebben gewerkt

Kies de juiste woordsoort.

Je moet ook nooit Pepsi drinken bij de computer.

1. Zelfstandig naamwoord (zn)
2. Werkwoord (ww)
3. Lidwoord (lw)
4. Lijdend voorwerp (lv)

Kies de juiste woordsoort.

Ik fiets nog snel even naar de winkel.

1. Bepaald lidwoord (blw)
2. Zelfstandig naamwoord (zn)
3. Voorzetsel (vw)
4. Onbepaald lidwoord (olw)

Noteer de/het zelfstandig naamwoord(en) (zn).
Het nieuwe huis van Lola
is mooi en groot.

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
Jip en Janneke hebben een hond die Takkie heet.

Noteer de werkwoorden.
Het eten van groene aarbeien wordt door het voedingscentrum afgeraden.

Noteer het/de zelfstandige naamwoord(en)
Het eten van groene aarbeien wordt door het Voedingscentrum afgeraden.

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Werkwoord

Een 

het

de

denkt

spinnen

pauze

geheugen

toetje

toetsen

getekend

dans

Kies de juiste woordsoort.

Vanochtend heb ik één boterham gegeten.

1. Lidwoord
2. Telwoord
3. Zelfstandig nw

Hoeveel lidwoorden staan er in de zin?
De mentor sprak een op een met de leerlingen.

Hoeveel zelfstandig naamwoorden (zn) staan er in onderstaande zin?
In augustus gaan mijn oom en tante altijd naar Spanje.

Huiswerk

Heb je deze opdrachten allemaal af?

. Maak opdr. 1 t/m 7 en 9 t/m 11 (1.8)

. Check Quizalize voor nog openstaande quizjes.