Formules 2.1

Weet je nog?

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Weet je nog?

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's

Slide 1 - Diapositive

Uitleg rekenen met formules (blz. 126)
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x aantal foto's 
1,50 = Vast bedrag     0,30 = Het bedrag  per foto!  
Bestel je 24 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 24 = 8,70
Toets dit achter elkaar in op je rekenmachine!
Je weet nu dat je bij een bestelling van 24 foto's je € 8,70 moet betalen .


Slide 2 - Diapositive

Uitleg rekenen met formules (blz. 126)
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x aantal foto's 
1,50 = Vast bedrag     0,30 = Het bedrag  per foto!  
Bestel je 24 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 24 = 8,70
Toets dit achter elkaar in op je rekenmachine!
Je weet nu dat je bij een bestelling van 24 foto's je € 8,70 moet betalen .


Slide 3 - Diapositive

Nog een voorbeeld :
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x aantal foto's 

Bestel je 80 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 80 = 25,50
Toets dit achter elkaar in op je rekenmachine!
Je weet nu dat je bij een bestelling van 80 foto's je € 25,50 moet betalen .

Slide 4 - Diapositive

Nog een voorbeeld :
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x aantal foto's 

Bestel je 80 foto's dan krijg je:
Bedrag in euro's = 1,50 + 0,30 x 80 = 25,50
Toets dit achter elkaar in op je rekenmachine!
Je weet nu dat je bij een bestelling van 80 foto's je € 25,50 moet betalen .

Slide 5 - Diapositive

Begingetal
Goed onthouden :
Het begingetal is het beginpunt van de grafiek .
In een tabel staat het begingetal altijd onder de 0 !

Kij nu eens goed naar de volgende dia!
Je ziet dat 10 het begingetal is!
Daar begint dus ook de lijn van de grafiek!
 









aantal
240









aantal








Slide 6 - Diapositive

Begingetal

https://www.youtube.com/watch?v=ThxELYXafxU









aantal
240









aantal








Slide 7 - Diapositive

Begingetal (blz. 132)

Slide 8 - Diapositive

Stijgggetal(gaat omhoog)
Bij het stijggetal ga je eerst naar de regelmaat kijken.
De volgende dia laat zien dat er per uur 5 euro bijkomt.

Het stijggetal is dus 5 .
Het begingetal is 10.
Onze grafiek begint dus bij 10 en ieder uur komt er 5 bij!

 









aantal
240









aantal







Slide 9 - Diapositive

Stijggetal (blz. 134)

Slide 10 - Diapositive

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 11 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het stijggetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 12 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
De variabele:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 13 - Quiz

Weet je nog?

huurprijs in € = 18 + 4t
t = tijd in dagen

Slide 14 - Diapositive

Huurprijs in € = 18 + 4t.
Het begingetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 15 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
Het stijggetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 16 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
De variabele:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 17 - Quiz

Formules veranderen

Als je reistegoed €60 is en je verbruikt €0,16 per kilometer, is de formule: reistegoed in € = 60 - 0,16a (a is aantal kilometer)

Slide 18 - Diapositive

Formules veranderen
Als je reistegoed €60 is en je verbruikt €0,16 per kilometer, is de formule: reistegoed in € = 60 - 0,16a (a is aantal kilometer)

Als je 100 km reist, dus a = 100
reistegoed in € = 60 - 0,16x100 = €44,00

Slide 19 - Diapositive

Formules veranderen
Als je reistegoed €60 is en je verbruikt €0,16 per kilometer, is de formule: reistegoed in € = 60 - 0,16a (a is aantal kilometer)
Als je 100 km reist, dus a = 100
reistegoed in € = 60 - 0,16x100 = €44,00
Voor je nieuwe reis is je startgetal dan €44

Je nieuwe formule wordt dan: 
Reistegoed in € = 44 - 0,16a

Slide 20 - Diapositive

van grafiek naar formule


var. y-as = begingetal + of - stijggetal x var x-as
waar de grafiek door de y-as gaat
gaat de grafiek omhoog +
gaat de grafiek omlaag -
hoeveel neemt hij toe of af per één eenheid

Slide 21 - Diapositive

van tabel naar formule


var onder=begingetal + of - stijggetal x var boven
het getal onder de 0
+ als het toeneemt
- als het afneemt
hoeveel het per 1 toe of afneemt

Slide 22 - Diapositive

in deze les hebben we behandeld....
.... werken met woordformules 
... werken met letterformules
.... formules veranderen aan verschillende variabelen
.... formules maken bij een grafiek
....formules maken bij een tabel

Slide 23 - Diapositive

noem 2 dingen die je geleerd hebt in deze les

Slide 24 - Question ouverte

wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 25 - Question ouverte