THP 3 Intensiteitskeuze

Huidverbetering
14 De intensiteitskeuze
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Huidverbetering
14 De intensiteitskeuze

Slide 1 - Diapositive

Info voorafgaande intensiteitskeuze

Slide 2 - Diapositive

Vegetatieve functies
Je lichaam moet kunnen reageren op stressoren (prikkels)
je komt dan in de alarmfase
vervolgens pas je je aan aan de prikkel en kom je in de rust- en herstelfase of in de uitputtingsfase

Slide 3 - Diapositive

Alarmfase
Lichaam raakt in een zeer waakzame toestand
Je kunt beter keuzes maken, je hebt een betere waarneming met zintuigen en een verhoogde spierspanning

Hierdoor kun je vechten, vluchten of bevriezen

Slide 4 - Diapositive

Aanpassingsfase
Aanpassen aan nieuwe situatie
Energie gaat naar aanpassing

Slide 5 - Diapositive

Rust- en herstelfase
Er is rust en lichaam komt in herstelfase
Het sympatisch zenuwstelsel is aan het werk, zodat de weefsels kunnen herstellen en er vertering van voedsel plaatsvindt

Slide 6 - Diapositive

Uitputtingsfase
De gekozen aanpassing werkt niet 
Er ontstaat opnieuw een alarmfase
Kost extra energie waardoor uitputting ontstaat

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Oefenen

Slide 13 - Diapositive

Wat is de functie van selectiviteit?
A
De snelheid waarmee men kan schakelen tussen alarmfase, rust en herstelfase
B
De roodheid in de huid
C
De gevoeligheid
D
Niks

Slide 14 - Quiz

Wat neem je visueel waar tijdens een segmentaal onderzoek?
A
Weerstand van het weefsel
B
Oppakbaarheid van het weefsel
C
Reactiviteit van het weefsel
D
Temperatuur van het weefsel

Slide 15 - Quiz

Bij een lage selectiviteit van het weefsel masseer je met een ....
A
Lage intensiteit
B
Hoge intensiteit

Slide 16 - Quiz

Bij een lage selectiviteit masseer je met lichte aanrakingen. Welke vezel wordt hier gestimuleerd?
A
Gemyeliniseerde, dikke vezel
B
Ongemyeliniseerde, dunne vezel

Slide 17 - Quiz

Zijn er vragen?

Slide 18 - Diapositive