Ontwikkeling en activiteiten les 4

Ontwikkeling en activiteiten les 4 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ontwikkeling en activiteiten les 4 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Je kunt uitleggen waarom mensen activiteiten (willen) doen
  • Je kunt toelichten wat ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn
  • Je kunt voorbeelden beschrijven van activiteitenprogramma's in het pedagogisch werk

Slide 2 - Diapositive

Het programma 
Terugblikken naar les 3 
Uitleg activiteiten 
Opdrachten TM
Werken aan doelgroepen ideeënboek 

Slide 3 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een vaste activiteit?
A
Stageopdracht
B
Kleien
C
Activiteit met een doel
D
Fruit eten

Slide 4 - Quiz

Wat is een doelgerichte activiteit?
A
Activiteiten die je uitvoert met alleen kinderen op stage
B
Bij doelgerichte activiteiten streef je een bepaalde gedragsverandering na
C
Activiteiten die je uitvoert voor de ontwikkeling van kinderen
D
Doelgerichte activiteiten zijn activiteiten waar je iets mee wil bereiken

Slide 5 - Quiz

Welke soorten activiteiten ken je nog meer?

Slide 6 - Carte mentale

Waarom doen mensen activiteiten?
Activiteiten maken een belangrijk deel uit van het leven. Niets doen leidt tot verveling. Van niets doen word je niet gelukkig 

Het doen van activiteiten is dus erg belangrijk voor je welzijn.

Slide 7 - Diapositive

Verband tussen actief zijn en welzijn
  • Geeft zingeving (je voelt je nuttig)
  • Prettige en zinvolle invulling van de tijd (tijd gaat sneller)
  • Biedt structuur (ritme in de dag)
  • Sociaal contact (mens is een sociaal wezen)
  • Door activiteiten kun je invloed uitoefenen op zaken 
  • Hierdoor kun je je ontwikkelen en ontplooien

Slide 8 - Diapositive

Waarom activiteiten in het pedagogisch werk?
Bij activiteiten met kinderen en jongeren is de relatie tussen welzijn en activiteiten nog sterker.


Kinderen willen zich ontwikkelen.

Activiteiten helpen daarbij. Sterker: zonder activiteiten geen ontwikkeling.

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkelingsgerichte activiteiten





Om ontwikkelingsgerichte activiteiten te kunnen aanbieden, is kennis van en inzicht in de ontwikkeling van kinderen en jongeren nodig.

 

Hoe verloopt de motorische ontwikkeling bij een baby, welke fasen zijn er in de taalontwikkeling? En wat zijn mogelijkheden bij een kind van 6, van 10, van 12 jaar? Maar daarmee alleen ben je er niet. Het is ook nodig dat je kinderen en jongeren goed kunt observeren. 

Slide 10 - Diapositive

Brede ontwikkeling 
Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die de brede ontwikkeling van de kinderen of jongeren stimuleren.

Brede ontwikkeling omvat: de cognitieve ontwikkeling, de lichamelijke ontwikkeling, de sociale en emotionele ontwikkeling en ook de creatieve en culturele ontwikkeling.

Slide 11 - Diapositive

Leg uit waarom dit geen ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn

Slide 12 - Diapositive

Leg uit waarom is dit een ontwikkelingsgerichte activiteit

Slide 13 - Diapositive

Ontwikkelingsgerichte activiteiten stimuleren altijd meerdere ontwikkelingsgebieden. Wat stimuleer je bij het samen een liedje zingen in de groep? Kies de juiste antwoorden.
A
Cognitief, persoonlijk
B
Sociaal, emotioneel,motorisch
C
Cognitief, sociaal, persoonlijk
D
Emotioneel, sociaal, persoonlijk

Slide 14 - Quiz

Activiteitenprogramma 
In het pedagogisch werk is sprake van een vaste dagindeling. Of je nu met peuters of met pubers werkt, er staat vast wanneer wat op het programma staat. Ook welke activiteiten je doet, staat vast. 


Slide 15 - Diapositive

Een vraag 
Bedenk zelf een activiteit die minimaal drie ontwikkelingsgebieden stimuleert voor kinderen van 4 tot 6 jaar. Schrijf de activiteit en de ontwikkelingsgebieden op met een korte uitleg erbij.

Slide 16 - Diapositive

Antwoord:
Een stiltespel (kind met ogen dicht in het midden van de kring, moet raden hoeveel kinderen op aanwijzing van de spelleider héél zachtjes achter hem/haar zijn gaan zitten) in het speellokaal.

Sociale ontwikkeling: samen met elkaar iets doen.
Zintuiglijke ontwikkeling: luistervaardigheid.
Motorische ontwikkeling: op de tenen lopen, zachtjes lopen, sluipen.




Slide 17 - Diapositive

Dagprogramma 
Een dag kun je indelen van het moment dat kinderen binnenkomen tot aan het moment dat kinderen weggaan. Soms gaat het bij het maken van een dagprogramma om het invullen van hele dagen, soms alleen om de invulling van een dagdeel. 

Hoe zit het dagprogramma er bij jou op stage uit? 
Schrijf dit op
timer
10:00

Slide 18 - Diapositive

Weekprogramma
Door te werken met een weekprogramma, voorkom je een eenzijdig activiteitenaanbod. Je kunt erop letten dat op verschillende dagen verschillende activiteiten aan bod komen.

Slide 19 - Diapositive

Jaarprogramma 
Aan het begin van een nieuw schooljaar zet je in grote lijnen uit wat het programma gaat worden.

 In de loop van het jaar vul je de verdere details in. Een goede manier om het jaar in te vullen, is werken met thema's. Seizoenen en belangrijke feesten zoals het sinterklaasfeest, ramadan en kerstfeest zijn ook een thema. 

Ook belangrijke evenementen neem je erin op, denk aan Kinderboekenweek, voorleesontbijt, opa- en oma dag en vakanties.

Slide 20 - Diapositive

Thieme Meulenhoff 

Slide 21 - Diapositive

Klaar? 

Start: doelgroepen ideeënboek

Slide 22 - Diapositive