proeftoets VTH perifeer infuus, centraal infuus, venapunctie, bolusinjectie

OEFEN
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

OEFEN

Slide 1 - Diapositive

Waar plaats je een venflon? En wat is de voorkeurspositie?

Slide 2 - Question ouverte

Benoem de complicaties van een perifeer infuus

Slide 3 - Question ouverte

Hoe herken je een subcutaan lopend infuus?

Slide 4 - Question ouverte

Bij het inbrengen van een infuus beschermen niet-steriele handschoenen de vpk:
A
Tegen een prikaccident
B
Tegen bloedcontact
C
Tegen een kruisinfectie
D
Tegen allergieën

Slide 5 - Quiz

Bij een flebitis:
A
Haal je zo snel mogelijk de venflon eruit
B
Ga je direct starten met antibiotica
C
Spuit je de venflon door met heparine
D
Spuit je de venflon door met Nacl 0.9%

Slide 6 - Quiz

De eerste voorkeurplaats voor venapunctie is....
A
handrug
B
voet
C
middelste elleboogvene
D
onderarm

Slide 7 - Quiz

Wat is stuwing?

Slide 8 - Question ouverte

Gevolgen van stuwing tijdens bloedafname
Stuwing
Hemolyse
afwijkende
onbetrouwbare
 bloedwaarde bepaling
Verhoogd
Kalium

Slide 9 - Diapositive

Proces uitgelegd
Een vals verhoogd kalium (pseudohyperkaliëmie)
Dit komt veel voor bij een gestuwde bloedafname. Wanneer er te lang gestuwd is mbv een stuwband, kan er geringe hemolyse optreden. Bij hemolyse gaan de bloedcellen kapot en komt er kalium van binnen de cel vrij.

Slide 10 - Diapositive

Met welke labbepaling kan je een anemie vaststellen?

Slide 11 - Question ouverte

Hemoglobine
Rode bloedcellen bevatten hemoglobine. 
Hemoglobine is opgebouwd uit diverse eiwit en ijzerstructuren
Hemoglobine zorgt voor de rode kleur in ons bloed.

Belangrijkste functie is transport zuurstof en kooldioxide

Een te laag HB kan duiden op een anemie (bloedarmoede)

Slide 12 - Diapositive

1.
2.
3. 

Slide 13 - Diapositive

Vena jugularis interna
Vena jugularis externa
Vena subclavia

Slide 14 - Diapositive

1. Hoe noemen
we het bloedvat
waarnaar de rode pijl wijst?
2. Bevind zich op deze positie van bijna elke centrale lijn de tip van de lijn?

Slide 15 - Diapositive

Hoe ontstaat een pneumothorax?
A
Door perforatie van een scherp voorwerp van de pleurabladen
B
Door hard te niesen
C
Spontaan, vaak bij lange, dunne jongens
D
Door een tumor

Slide 16 - Quiz

Pneumothorax
= klaplong
Bij inbrengen in de vena subclavia

Vergrote kans op aanprikken pleurabladen

Altijd een standaard x-thorax na inbrengen.

Slide 17 - Diapositive

Een zorgvrager met een centraal veneuze lijn krijgt een koude rilling. Wat doe jij als vpk?

Slide 18 - Question ouverte

Waar herken je een luchtembolie aan? En wat is jouw directe vpk interventie hierop?

Slide 19 - Question ouverte

Luchtembolie
Grote diameter en dichtbij het hart.
Direct levensbedreigende situatie


Acute dyspnoe (kortademig)
POB klachten

To do: Trendelenburg linker zijde en direct arts waarschuwen!!!

Slide 20 - Diapositive

Wat is TPV?

Slide 21 - Question ouverte

Vpk observaties bij TPV
A
Het aantal calorieën van de voeding tellen
B
Checken of de smaak wel oke is.
C
Alert zijn op stomatitis
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

Waar let je op als je een IV bolus injectie toedient?

Slide 23 - Question ouverte

Bij toedienen van IV medicatie is het belangrijk om
A
Vooraf naar allergieën te vragen
B
Zelf te zorgen dat je er even bij kan zitten/niet gestoord hoeft te worden.
C
De zorgvrager goed observeren bij inspuiten voor indien er een reactie optreed.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 24 - Quiz

Heparine zorgt ervoor:
A
Antistolling en voorkomt trombose vorming in oa infuuslijnen en vaten
B
Is een anti arritmica
C
Is een middel dat de lever stimuleert
D
bestaat helemaal niet

Slide 25 - Quiz

Wat is de term die je gebruikt als 2 medicaties invloed hebben op elkaars werking?

Slide 26 - Question ouverte

INR word bepaald bij:

Slide 27 - Question ouverte