4.11

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 4.11
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek en schrift van Nederlands op tafel. Open je boek op blz. 174.

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- weet je wanneer je getallen voluit in letters of in cijfers spelt. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht 7 + 8 op blz. 174 t/m 175.

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed? Dan mag je zelfstandig aan de slag: opdracht 7 + 8 op blz. 174 t/m 175. 

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia's. 

Op deze regel zijn een paar uitzonderingen:

Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen, zoals €, %, kg of cm. 

In een tekst schrijf je deze voluit: euro, procent, kilo of centimeter.

De lange trap telt ... treden.

1. 123
2. honderd drieëntwintig

Bij Mc Donalds heb je een hamburger voor ...

1. €2,-
2. twee euro

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Namen lln, jullie maken zelfstandig opdracht 7 + 8 op 

blz. 174 t/m 175. 

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Namen lln of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 7.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig:

V: les 4.11, blz. 174 t/m 175, opdr. 7 + 8 --> Niemand

B: les 4.11, blz. 174 t/m 175, opdr. 7 + 8 --> namen lln

I: les 4.11, blz. 174 t/m 175, opdr. 7 + 8 --> namen lln 

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna ga je in stilte lezen of een woordzoeker maken. 

7. Evaluatie

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Getallen onder twintig schrijf je in...

1. cijfers
2. letters

Wat is de juiste schrijfwijze van de getallen in de zin?

1. Mijn tweede broertje at er 23.
2. Mijn 2e broertje at er 23.
3. Mijn 2e broertje at er drieëntwintig.
4. Mijn tweede broertje at er drieëntwintig.

Ik weet hoe ik getallen moet schrijven

1. 100%
2. 75%
3. 50%
4. 25%

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

...dag .. maand

4.11 opdracht 7 + 8

Toetsen: 

...

geen

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................