Soorten hulp

H. 2.4 Soorten Hulp




Soorten Hulp
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H. 2.4 Soorten Hulp




Soorten Hulp

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 

  • Leerdoelen paragraaf 2.4 
  • Soorten Hulp
  • striptekenen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 2.4
  • Ik leer de betekenis van 'noodhulp' en 'duurzame' hulp.
  • Ik kan in een paar zinnen vertellen wanneer noodhulp van levensbelang is.
  • Ik leer dat er 3 vormen van hulp zijn en wat daarvan de voor- en nadelen zijn.
  • Ik kan aangeven wat het doel van Serious Request is dit jaar. "Het vergeten kind".

Slide 3 - Diapositive

Helpen vanuit...
  1. Sociaal motief ( reden): Je wilt aardig worden gevonden.
  2. Religieus motief ( reden): Omdat het in de Bijbel staat.

Slide 4 - Diapositive

Soorten hulp
1. Noodhulp: Directe hulp.
2. Duurzame hulp: Hulp van lange duur.
a. geld geven
b. mensen opleiden
c. eerlijke handel

Slide 5 - Diapositive

Noodhulp
Iedereen reageert anders...

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Opdracht striptekenen

Slide 9 - Diapositive

Duurzame hulp

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Opdracht: Geef kleur aan noodhulp!

Slide 13 - Diapositive

Lezen Soorten hulp
Lezen paragraaf 2.4

Slide 14 - Diapositive

Wat is een derde wereldland? 
Een land waarin onderwijs, medische zorg, industrie en leeftijd achterlopen 


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Bekijk het volgende filmpje

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Antiheld, actieheld of superheld…. Wat voor held ben jij?
A
Antiheld
B
Actieheld
C
Superheld

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Huiswerk/Opdracht
RECLAMEPOSTER
  • Voor welke organisatie zou jij je willen inzetten om te helpen? Kijk eens op Google. *Wie/wat/waar/wanneer/hoe!
  • Maak een reclameposter in je schrift!
  • Hiervoor krijg je een cijfer!

Slide 25 - Diapositive