UNITÉ 3 TH1 ENTRE AMIS leçon 1

Bonjour!
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Begin van UNITÉ 3
Wat moet je in het Frans kunnen na dit hoofdstuk?
*Het uiterlijk van jezelf of iemand anders kunnen beschrijven 
*Verschillende kleding(stijlen) kunnen herkennen/ beschrijven
* Je familieleden voorstellen en je idool beschrijven
* praten/ schrijven over je eigen hobbies en bezigheden

Slide 2 - Diapositive

Unité 3
les 1: haarkleur, ogen, lengte, karakter
GEBRUIK van BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Les 2: kleuren en kleren. Vraagzinnen maken en beantwoorden
Les 3: werkwoorden: aller, mettre, lire, faire, avoir, être. Familieleden (+ herh. bezittelijk vnw)

Slide 3 - Diapositive

Tu es comment?
Wat is het goede antwoord?
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

de ogen
A
les yeux
B
la yeux
C
le yeux
D
de yeux

Slide 5 - Quiz

Quelle est la couleur de ses cheveux?
A
Elle a les cheveux bruns
B
Elle a les cheveux blonds
C
Elle a les cheveux gris
D
Elle a les cheveux noirs

Slide 6 - Quiz

aan deze kant staan vrouwelijke BN 
aan deze kant staan mannelijke BN

Slide 7 - Diapositive


Je suis grand/ je suis grande

je suis petit/ je suis petite

Slide 8 - Diapositive

voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden in het Nederlands die horen bij deze appel...

Slide 9 - Diapositive

Comment former un adjectif qualificatif en français?
Hoe maak je 'n bijvoeglijk naamwoord in het Frans?
Ook zo'n woord past zich weer aan het zelfst.nw aan:

Un joli garçon - een leuke jongen                            (+ niks)
Une jolie fille - een leuk meisje                          (+e)
Deux jolis garçons - twee leuke jongens       (+s)
Deux jolies filles - twee leuke meisjes              (+es)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat betekent het woord:" adjectif " in het Nederlands?

A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quiz

un....garçon (grand)
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 13 - Quiz

les _________ filles
A
jolie
B
jolies
C
joli
D
jolis

Slide 14 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden in leçon 1 : pag. 
Les yeux bleus / bruns/verts
Une taille moyenne
Les cheveux courts/ longs/ blonds

Petit/ petite
Grand/ grande

TA PERSONNALITÉ (caractère):
*étourdi/ étourdie ( onnadenkend)
*bavard/ bavarde (kletserig)
* sportif/ sportive 
* généreux/ généreuse (gul)
* paresseux/ paresseuse (lui)
*sympathique
* drôle (grappig)
* timide (verlegen)
* pessimiste
(waarom staat bij de laatste 4 maar 1 vorm van het BN?)

Slide 15 - Diapositive

schrijf & spreek-opdracht >    neem de zinnen over in je schrift en pas het aan aan jouw situatie.
* BONJOUR , JE M'APPELLE....
* J'AI …..(douze/treize) ans
*J'HABITE À …..  (Breda, Ulvenhout, Prinsenbeek...)
* J'AI LES YEUX..(verts, bruns, bleus)
* J'AI LES CHEVEUX (courts, longs, frisés (krullend), lisses (steil), blonds, roux (roodachtig), bruns, noirs)
* JE SUIS GRAND(e) / PETIT (e)/ DE TAILLE MOYENNE (middelmatig)

Slide 16 - Diapositive

JE CHERCHE POUR LE TOURNOI...
UN candidat SPORTIF 
 UNE candidate SPORTIVE
DES candidats SPORTIFS 
 DES candidates SPORTIVES

*ook in het Nederlands zie je HIJ/ZIJ is SPORTIEF maar DE SPORTIEVE LEERLING

Slide 17 - Diapositive

Hoe schrijf je in het Frans : De rugzak is groot.
Le sac à dos est .......
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je in het Frans: Het meisje is sportief.
La fille est …….
A
sportif
B
sportive
C
sportifs
D
sportives

Slide 19 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
de ogen van het meisje zijn groen:
Les yeux (m.mv.)de la fille sont ……..
A
vert
B
verte
C
verts
D
vertes

Slide 20 - Quiz


Elle est vraiment très .... (sportif)
A
sportif
B
sportive
C
sportife
D
sportives

Slide 21 - Quiz

groen>
verlegen >
kletserig >
aardig >
lang >
sympa
bavard
vert
long
timide

Slide 22 - Question de remorquage

8 couleurs 8 kleuren
8 vêtements
Kledingstukken
8 caractérisitiques karakter-eigenschappen (personnalité)
Zoek op in een woordenboek of de woordenlijst van het tekstboek : à Plus  (annexes)

Slide 23 - Diapositive

De Franse presentaties van jullie ideale rooster is nog even uitgesteld.

Slide 24 - Diapositive

mercredi vous avez un cours en ligne. Restez en forme et bonne condition!

Slide 25 - Diapositive

MERCI ET AU REVOIR

Slide 26 - Diapositive