Woordenboekgebruik

Welkom allemaal!
Ga op de plek zitten waar je anders ook altijd zit.


Pak je leesboek alvast want we gaan deze les  beginnen met 15 minuten zelfstandig lezen.
timer
15:00
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal!
Ga op de plek zitten waar je anders ook altijd zit.


Pak je leesboek alvast want we gaan deze les  beginnen met 15 minuten zelfstandig lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les?
  • Even voorstellen
  • Klassikale instructie
  • Zelfstandig werken
  • Korte evaluatie
  • Afsluiting van deze les.

Slide 2 - Diapositive

Even voorstellen.
Mijn naam is mevr. van Dijk en ik ben Nederlands docent op een school in Lelystad.

Deze les zal gaan over: Het woordenboek.

Waarvoor gebruik je een woordenboek precies? en hoe moet je een woordenboek eigenlijk gebruiken??

Slide 3 - Diapositive

Woordenboek

Slide 4 - Carte mentale

Wat weet je al over een woordenboek??

Slide 5 - Carte mentale

Waarvoor gebruiken we een Woordenboek?

Vaak gebruiken we een woordenboek om de betekenis van woorden op te zoeken.

Maar in een woordenboek kan je nog meer informatie opzoeken.

Slide 6 - Diapositive

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 7 - Diapositive

En nog even dit ter info
Uit het rijtje van de vorige slide, zijn de eerste 2 vaak welbekend. De laatste 3 daarentegen zijn vaak wat minder bekend.

  • het geslacht: dit kan m, v of o zijn en helpt je te bepalen of er de of het voor het woord moet komen.
  • waar de klemtoon van het woord ligt: dat gedeelte wat je in de uitspraak extra benadrukt staat een streepje onder. Daar leg je de klemtoon.
  • de uitspraak van het woord: Dit heet fonetisch schrift en is eigenlijk je schrijft het woord zoals je het hoort in klanken.

Slide 8 - Diapositive

Wat is het eerste wat je moet kennen, kunnen en/of weten voordat je een woordenboek kunt gebruiken??
Het allereerste en misschien wel allerbelangrijkste wat je moet kennen, kunnen en/of weten om een woordenboek te kunnen gebruiken is....het alfabet

Slide 9 - Diapositive

Hoe je verder moet zoeken in een woordenboek.
In de korte video wordt verder uitgelegd hoe je een woordenboek moet gebruiken.

Slide 10 - Diapositive

Hoe gebruik je een woordenboek precies??
Bepaal het infinitief van je woord.

Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord en gaat naar deze afdeling.

Daarna kijk je naar de trefwoorden bovenaan de bladzijden. Dit zijn het 1e en het laatste woord van de 2 pagina's waar je op kijkt.

Slide 11 - Diapositive

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Als je de juiste pagina hebt gevonden, ga je kijken naar de tweede letter van het woord om verder te zoeken.

Daarna kun je ook nog de derde letter van het woord erbij pakken om je woord te vinden.

Slide 12 - Diapositive

wat is de alfabetische volgorde van de volgende letters?
Q-J-E-R-M-N
A
E-J-R-Q-M-N
B
M-N-Q-R-J-E
C
E-J-M-N-Q-R-
D
Q-J-E-R-M-N

Slide 13 - Quiz

Zet de volgende woorden in alfabetische volgorde:
Grillig-Gretig-graag-glazig-gillend

Slide 14 - Question ouverte

Zelfstandige verwerking opdrachten uit je boek
Jullie gaan nu de opdrachten uit je boek maken.

Slide 15 - Diapositive

Vul de onderstaande zin in/aan.
Ik vond deze les................omdat..............

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Woordenboek
We leren:
* Hoe we woorden/betekenissen kunnen vinden in het woordenboek
* Welke informatie er in een woordenboek staat

Slide 18 - Diapositive

Wanneer gebruik jij een (online) woordenboek?

Slide 19 - Question ouverte

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 20 - Diapositive

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 21 - Diapositive

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 22 - Diapositive

Welke informatie kan ik nog meer vinden in een woordenboek??
Naast de betekenis van een woord kan ik in een woordenboek ook nog de volgende informatie vinden:

  • de spelling van het woord
  • de meervoudsvorm
  • het geslacht
  • waar de klemtoon van het woord ligt
  • de uitspraak van het woord

Slide 23 - Diapositive

Hoe zijn de woorden in een woordenboek vaak geordend?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Vidéo

Welke informatie kan je nog meer vinden in een woordenboek?

Slide 26 - Question ouverte

Zet de namen van de klas in alfabetische volgorde

Slide 27 - Question ouverte

Er bestaan ook woordenboeken waarin je woorden op rijm kunt vinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Er bestaan ook woordenboeken waarin je woorden kunt vinden waarvan het einde van het woord op alfabetische volgorde staat.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat kun je in een woordenboek vinden?
A
geslacht van een woord
B
meervoudsvorm van een woord
C
trefwoorden
D
spreekwoorden

Slide 30 - Quiz

Online woordenboeken
Voor Frans raad ik twee online woordenboeken aan:
Linguee
Interglot
De links vind je op de volgende pagina's.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Lien

Slide 33 - Lien

Zoek op wat de vertaling in het Frans is van het woord: de bij (het insect)

Slide 34 - Question ouverte

Wat is het geslacht van dit woord?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 35 - Quiz

Welke andere betekenissen van bij zijn er nog in het Frans en wanneer gebuik je deze?

Slide 36 - Question ouverte