Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
¡Bienvenidos a la clase!
Slide 2 - Diapositive
¿Qué vas a hacer el fin de semana?
Slide 3 - Diapositive
¿Qué vas a hacer el fin de semana?
-Voy a ver una película con mi familia.
-Voy a jugar con mis amigas.
-Voy a comer una pizza.
- ...etc.
Slide 4 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer?
Tema: El futuro inmediato
Objetivos:
-Ir a + infinitivo (hele werkwoord)
- Verbo ir
- Formación del futuro (toekomst)
Slide 5 - Diapositive
El futuro inmediato
Als je iets in het Spaans wilt zeggen dat nog moet gebeuren of als je iets van plan bent te gaan doen, gebruik je een vorm van het werkwoord ir + a + infinitivo (hele werkwoord) + de rest van de zin
Slide 6 - Diapositive
El presente del verbo ir
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Voy a vivir
Lee la letra de la canción y compara tus respuestas.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
TB2 H2 p.26 -27
Hacer los ejercicios 1,3,4,5
Slide 12 - Diapositive
De toekomst. Schrijf in het Spaans op wat Frenkie gaat doen. Begin met: Frenkie...
Slide 13 - Question ouverte
Traduce: Justin gaat een pizza eten. Begin met Justin...
Slide 14 - Question ouverte
Doel van de les
Begrijpen wanneer ir a + infinitief wordt gebruikt.
Weten hoe ze kunnen uitdrukken wat ze van plan zijn te doen in de toekomst.
Enkele voorbeeldzinnen moeten kunnen produceren en begrijpen die deze constructie gebruiken.