Dagbesteding les 6

Dagbesteding
les 6
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Dagbesteding
les 6

Slide 1 - Diapositive

les agenda 
  • Terugblik vorige les
  • Behandelen theorie
  • Oefenopdracht
  • Vragen? 


Slide 2 - Diapositive

Welke 5 benaderingen staan er in het boek

Slide 3 - Question ouverte

Welke benaderingswijze spreekt jou het meest aan, leg uit waarom

Slide 4 - Question ouverte

Dagbesteding

Thema 1 Dagbesteding
Hoofdstuk 3 De betekenis van dagbesteding voor de beroepskracht
Paragraaf 3.3, 3.4 en 3.5

Leerdoel: aan het einde van de les kun je uitleggen wat een hulpvraag is en weet je wat vraaggericht werken inhoud.
De student kent de 3 stappen betreft het geven van instructies




Slide 5 - Diapositive

Waar denk je aan bij
vraaggericht werken

Slide 6 - Carte mentale

De hulpvraag
Omschrijft de wensen en behoeften van de cliënt. 

De samenleving, het individu en de instelling hebben invloed op de hulpvraag

De hulpvraag komt naar voren als je de vraag stelt "help mij bij"

Je helpt de cliënt bij het ontdekken en verwoorden van zijn hulpvraag

De cliënt kan niet altijd zijn hulpvraag uitspreken of onder woorden brengen. Hij kan dan zijn hulpvraag op een andere manier laten zien bijv. door gedrag (impliciete hulpvraag)

Slide 7 - Diapositive

Vooroordelen
Belangrijk om objectief te blijven kijken

Vooroordelen vanuit de cliënt:
  • Begeleiding snapt mij niet
  • Luistert niet naar mij
  • Doet alleen wat hij zelf wil

Vooroordelen vanuit de beroepskracht
  • De cliënt wil toch niets
  • Kun je nooit helpen
  • Is ongemotiveerd

Slide 8 - Diapositive

Voorwaarden om vraaggericht te werken
Leef je in in de cliënt; 
kijk samen naar de hulpvraag en probeer deze samen met de cliënt te formuleren; 
Luister niet alleen maar vraag door, ga in gesprek; 
De cliënt is en blijft verantwoordelijk voor zijn eigen resultaat. Beroepskracht voor het proces; 
Sluit aan bij de belevingswereld van de cliënt. 

Slide 9 - Diapositive

Welke zaken hebben invloed op de hulpvraag die een cliënt kan hebben
A
samenleving, buren, individu
B
samenleving, instelling, individu
C
instelling, maatschappij, samenleving
D
individu, samenleving, hulpvraag

Slide 10 - Quiz

Het is belangrijk om je te kunnen inleven in de cliënt, noem twee oorzaken waardoor dit lastig kan zijn

Slide 11 - Question ouverte

Inleiding instructie geven
  • Vat samen waar de nieuwe kennis over gaat
  • Peil de voorkennis van de cliënt 
  • Als er geen voorkennis is, geef je uitleg door bijv. voorbeelden te geven


Slide 12 - Diapositive

Opbouw van de instructie
  • Geef aan wat het doel van de activiteit is
  • Geef informatie in kleine stappen
  • Geef concrete voorbeelden
  • Sluit in taalgebruik aan bij de cliënt
  • Controleer of de cliënt je begrijpt (laat de cliënt samenvatten wat je hebt vertelt)
  • Blijf bij de kern van wat je wilt vertellen
  • Vat tussendoor en aan het eind de hoofdlijnen van de instructie samen


Slide 13 - Diapositive

Waarom is het belangrijk dat de instructie in kleine stukjes wordt gegeven?

Slide 14 - Question ouverte

Stappen van instructie
Beginsituatie wat weet de cliënt?
Doelstelling waar wil je naar toe?
Kerninstructie wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Voordoen, samen doen, nadoen werk in kleine stappen
Instructiemateriaal heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig? 
Evaluatie heb jij je doel bereikt? 

Slide 15 - Diapositive

Zet de juiste tekst bij elkaar
Beginsituatie
Doelstelling
Kerninstructie
Voordoen, samen doen, nadoen
Instructiemateriaal
Evaluatie
Wat weet de cliënt?
Waar wil je naar toe?
Heb je een stappenplan of oefenmateriaal nodig?
Heb jij je doel bereikt? 
Wat vertel ik, wat laat ik de cliënt zelf uitzoeken?
Werk ik kleine stappen

Slide 16 - Question de remorquage

Aan de slag!

Slide 17 - Diapositive