Latijn Minerva klas 1 H. 6

Wat is/zijn de naamval(len) van Romano?
A
dat en acc ev
B
dat en abl ev
C
dat ev
D
acc en abl ev
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is/zijn de naamval(len) van Romano?
A
dat en acc ev
B
dat en abl ev
C
dat ev
D
acc en abl ev

Slide 1 - Quiz

Wat zijn de naamvallen van pugnae?
A
gen ev, nom mv, dat mv
B
dat ev, gen mv, nom mv
C
gen ev, dat ev, nom mv
D
gen ev, dat ev, abl mv

Slide 2 - Quiz

Wat zijn de naamvallen van poenis?
A
dat en gen mv
B
nom en acc mv
C
gen en abl mv
D
dat en abl mv

Slide 3 - Quiz

Vertaal: Romanus superbum regem petivit.
A
De trotse Romein gaat op de koning af.
B
De Romein gaat op de trotse koning af.
C
De trotse Romein ging op de koning af.
D
De Romein ging op de trotse koning af.

Slide 4 - Quiz

Vertaal: interfecit
A
hij doodt
B
zij doodt
C
hij doodde
D
hij heeft gedood

Slide 5 - Quiz

Vertaal: parebas
A
jij gehoorzaamt
B
jij gehoorzaamde
C
jij hebt gehoorzaamd
D
jij had gehoorzaamd

Slide 6 - Quiz

esse praesens
esse imperfectum
esse perfectum
posse praesens
posse imperfectum
posse perfectum
fuisti
eramus
poteratis
est
fuerunt
possunt
poterat
potuerunt

Slide 7 - Question de remorquage

Vul aan, zodat er een juiste combinatie ontstaat: sine ...
A
dubii
B
dubio
C
dubium
D
dubia

Slide 8 - Quiz

Pro, cum, sine, ab, ex, de, die gaan met de ... mee. Welke naamval moet er bij de puntjes staan?
A
gen
B
dat
C
acc
D
abl

Slide 9 - Quiz

Sleep de Latijnse woorden naar hun juiste vertaling.
twijfel
gevecht
toen, wanneer
toen, op dat moment
legerkamp
wapens
toch
omdat
met
cum + abl.
arma
castra
tamen
quia
tum
pugna
dubium
tamen
cum

Slide 10 - Question de remorquage

Puer in silvam currit.
A
De jongen rent in het bos.
B
De jongen rent het bos in.
C
De jongen rende in het bos.
D
De jongen rende het bos in.

Slide 11 - Quiz

Zoek woorden bij elkaar die elkaars tegenovergestelde zijn (antoniemen).
respondere
invenire 
(vinden)
dare
ex
ab
cum
sedere
quaerere
rogare
accipere
in
ad
sine
stare
(staan)

Slide 12 - Question de remorquage

Vertaal: Castra Romanorum
A
Het Romeinse legerkamp
B
Het legerkamp van Rome
C
Het legerkamp van de Romeinen
D
Het legerkamp van de Romein

Slide 13 - Quiz

Vertaal: Quattuor pueri inviti laborant.

Slide 14 - Question ouverte

Combineer met het juiste plaatje.
pater
filius
filia
mater
liberi
aqua
ager
silva
vinum
cibus
mons
servus
bibere
terra
gignere
arma
castra
cadere
captivus
pugnare

Slide 15 - Question de remorquage

Welke vertaling(en) van de zin
'Pueri patrem vident.' is/zijn goed?
A
De jongens zien vader.
B
De vader van de jongen ziet.
C
Ze zien de vader van de jongen.
D
A en C.

Slide 16 - Quiz

Welke vertaling(en) van de zin
'Equum filiae dat.' is/zijn goed?
A
De dochters geven een paard.
B
De dochter geeft een paard.
C
Hij geeft een paard aan de dochter.
D
A en C

Slide 17 - Quiz

Wie is het onderwerp van pugnant?
Servi Romanos timent. Non pugnant.
A
De slaven
B
De Romeinen
C
Geen van beide
D
Allebei

Slide 18 - Quiz