Thema 3 Basisstof 4

Thema 3 basisstof 4
De bloedvaten
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 basisstof 4
De bloedvaten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Terugkijken huiswerk (t/m opdracht 15)
Hartslag
Lezen
Uitleg: Drie verschillende bloedvaten en hun namen

Oefen opdrachten
Filmpje


Slide 2 - Diapositive

Hartslag tellen
Normaal is tussen de 60 - 100 slagen per minuut.
En als je sport?
Is er verschil in de hartslag van een sporter en niet-sporter?


timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Doelen
  • Je kan de verschillende eigenschappen van de bloedvaten benoemen
  • Je kan de bloedvaten benoemen en aangeven welke stoffen er vervoert worden.

Slide 4 - Diapositive

Lees blz. 98 -101
  • Noteer de 3 verschillende bloedvaten
  • Schrijf bij ieder bloedvat 3 belangrijke kenmerken en hun functie
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Drie type bloedvaten





1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

Slide 6 - Diapositive

slagader en ader
haarvat

Slide 7 - Diapositive

             Slagader                 -                   Ader

Slide 8 - Diapositive

Slagader
Haarvat
Ader

Slide 9 - Diapositive

ader en spatader

Slide 10 - Diapositive

Trombose in het been

Slide 11 - Diapositive

Ader blokkades



  • Cholesterol
  • Ader verkalking
  • Bloed klontering als de wand kappot gaat

Slide 12 - Diapositive

De lever
  • De lever heeft een slagader en een ader
  • Er zit nog een ader vast aan de lever, de poortader
  • De poortader komt van het darmkanaal af (dunne/dikke darm en maag)

Slide 13 - Diapositive

Lever
Opslag van:
  • glycogeen  (afkomstig van glucose)
  • vetten
  • aminozuren (bouwstenen van eiwitten)
  • vitaminen
  • mineralen

Slide 14 - Diapositive

Poortader
  1. Wat kan je zeggen over de hoeveelheid voedingsstoffen?
  2. Wat kan je zeggen over de hoeveelheid zuurstof en CO2?
  3. Waarom loopt er een bloedvat van de dunnedarm naar de lever?

Slide 15 - Diapositive

Namen van de bloedvaten
  • meestal naam van orgaan waar ze naartoe of vanaf lopen
  • er naartoe: slag ader
  • er vanaf: ader
  • er zijn uitzonderingen!

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag - huiswerk
Bekijk het filmpje
Maak de opdrachten 16 t/m 23
Leer basisstof 1 t/m 4

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Even terugkijken (volgende dia)
  • Je kan de verschillende eigenschappen van de bloedvaten benoemen
  • Je kan de bloedvaten benoemen en aangeven welke stoffen er vervoert worden.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welke organen worden verbonden door de poortader. En in welke richting stroomt het bloed?
A
Nier > Darm
B
Darm > Lever
C
Lever > Nier
D
Lever > Darm

Slide 21 - Quiz

Welk bloedvat bevat zuurstofarm bloed?
A
Longslagader
B
Darmslagader
C
Leverslagader
D
Nierslagader

Slide 22 - Quiz

Welke van deze bloedvaten bevat de minste hoeveelheid voedingsstoffen
A
Onderste holle ader
B
Bovenste holle ader
C
Poortader
D
Leverader

Slide 23 - Quiz