spelling 4.9: voltooid deelwoord

spelling 4.9 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

spelling 4.9 

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Samen herhalen: grammatica pers. vnw, bez. vnw en voegwoord
Nieuwe theorie 4.9: voltooid deelwoord
Maken uit 4.9 opdracht: 1, 5, 6, 8, 9, 10 en 11.

Doelen vandaag:
ik weet hoe je een voltooid deelwoord vormt;
ik weet hoe je verkleinwoorden spelt;

Slide 2 - Diapositive

Dit is niet jouw mobiel en ook niet van hem, maar het is mijn mobiel.
Welke bezittelijk vnw zie je?
A
jouw
B
jouw, hem
C
jouw, mijn,
D
jouw, hem, mijn

Slide 3 - Quiz

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 4 - Quiz

Wat is het persoonlijk voornaamwoord.. ''Heeft de bakker jou wisselgeld gegeven?''
A
De bakker
B
Jou
C
Wisselgeld
D
Heeft gegeven

Slide 5 - Quiz

Dit is niet jouw mobiel en ook niet van hem, maar het is mijn mobiel.
Welke voegwoord zie je?
A
dit
B
niet
C
van
D
maar

Slide 6 - Quiz

Ik (zijn) (verhuizen).
Neem de zin over en schrijf de woorden tussen haakjes goed.

Slide 7 - Question ouverte

'Ik heb een taart voor mijn moeders verjaardag gemaakt.'
Wat is het voltooid deelwoord?
A
heb gemaakt
B
heb
C
gemaakt

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Verkleinwoorden
In de meeste gevallen doe je dit door -je of -tje achter het woord te zetten:
dans – dansje; vakantie – vakantietje, schaar – schaartje.

In andere gevallen gebruik je -pje of -kje:
boom – boompje, woning – woninkje.

Wanneer een woord eindigt op de lange klinker -a, -o of -u die je met één letter schrijft, krijgt het woord een extra klinker:
opa – opaatje, auto – autootje, paraplu – parapluutje.

Bij woorden die eindigen op -y gebruik je -'tje:
baby – baby'tje, hobby – hobby'tje.

Sommige verkleinwoorden wijken af van de regels:
tekening – tekeningetje, blad – blaadje, bril – brilletje.

Slide 12 - Diapositive

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Slide 13 - Question ouverte

Luuk heeft de bal _____. (vangen)

Slide 14 - Question ouverte

Fleur is over een stoeptegel _____? (struikelen)

Slide 15 - Question ouverte

En dan nu
Maken uit 4.9 opdracht: 1, 5, 6, 8, 9, 10 en 11.

Doelen vandaag:
ik weet hoe je een voltooid deelwoord vormt;
ik weet hoe je verkleinwoorden spelt;

Slide 16 - Diapositive