V6_Globalisering en het voedselvraagstuk

1 / 38
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeWOStudiejaar 4-6

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het zinvol om het wereldvoedselvraagstuk te bekijken vanuit de invalshoek 'samenhang en verscheidenheid'? (Thema globalisering)

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Globalisering en het voedselvraagstuk 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen (thema voedselvraagstuk) 

  • Je kunt het voedselvraagstuk beschrijven en analyseren als een maatschappelijk verdelingsvraagstuk;
  • Je kunt actuele discussies over het vraagstuk kritisch beoordelen en relaties leggen met relevante natuurlijke factoren;
  • Je kunt beleid beoordelen dat is gericht op het oplossen van het vraagstuk op macroregionale schaal. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Honger in de wereld

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Groeiende middenklasse tegenover grote hongersnood

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen die honger hebben, hebben te weinig voedsel.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee soorten honger?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondervoeding (begrip) hoort bij
A
kwalitatieve honger
B
kwantitatieve honger

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is vaak gekoppeld aan kwalitatieve honger?
A
Welvaartsziekten
B
Te weinig energie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je niet voldoende voedsel binnen krijgt dan heb je....
A
Kwantitatieve honger
B
Kwalitatieve honger

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kwalitatieve honger
Kwaliteit  

Mensen hebben wel voedsel maar die is eenzijdig. Het ontbreekt aan vitaminen, mineralen etc. Oorzaak - armoede

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kwantitatieve honger

Kwantiteit

Onvoldoende voedsel
Onvoldoende calorieën
Onvoldoende energie

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is er wel een voedselcrisis?
voedselcrisis

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselvraagstuk = verdelingsvraagstuk
Er is genoeg, maar niet goed verspreid over de wereld. 


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt die wereldmarkt?
hoe meer aanbod, hoe lager de prijs. 

Westerse landen: beschermen eigen productie en markt, subsidiëren de landbouw en werken efficiënter -> lagere prijs

Ontwikkelingslanden: kopen die producten, want die zijn goedkoper en zij zijn arm. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderende landbouw

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbetering voedsellandbouw
  • betere manieren bodembewerking
  • meststoffen --> opkomst kunstmest
  • bestrijdingsmiddelen
  • (moderne) irrigatietechnieken

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groene revolutie
stijging landbouwopbrengsten
High yielding varieties

Nadelen?
  • toename ongelijkheid
  • duurzaamheid neemt af

Slide 24 - Diapositive

Men zaaide nieuwe graansoorten in, met name van rijst, mais en tarwe. Het ging om zogenaamde hyv-rassen: high yielding variety’s, ofwel variëteiten met een hoge opbrengst (figuur 1.31). Wereldwijd verdubbelde hierdoor in dertig jaar tijd de opbrengst per hectare, wat bijvoorbeeld Azië behoedde voor een ernstige voedselcrisis.
Genetische modificatie
Economie
Macht
Duurzaamheid
Ethiek

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ullman bedacht 3 voorwaarden voor handel. Heb je een idee welke dit zijn?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Interactietheorie van Ullman
Voorwaarden voor vervoersstroom:
  1. Complementariteit
  2. Transporteerbaarheid
  3. Geen tussenliggende mogelijkheden

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Complementariteit
  • Transporteerbaarheid
  • Tussenliggende Mogelijkheid

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interactietheorie Ullman

    1. Leg aan de hand van de transporttheorie de afbeelding uit. 
      

       2. Kan je Ullman toepassen op de oliehandel tussen Japan en China en Indonesië?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

https://www.hln.be/nieuws/buitenland/risico-op-wereldwijde-voedselcrisis-door-coronavirus~a641e9315/
Er bestaat een risico op “voedseltekort” op de wereldmarkt door verstoringen in de internationale handel en de voedselbevoorrading die te maken hebben met Covid-19, zo hebben de voorzitters van twee agentschappen van de Verenigde Naties en van de Wereldhandelsorganisatie gewaarschuwd. 
“De onzekerheden in verband met de beschikbaarheid van voedsel kunnen een golf van exportbeperkingen uitlokken”, die op haar beurt “een tekort op de wereldmarkt” teweegbrengt.

De organisaties maken zich onder meer zorgen over “de vertraging van het verkeer van de arbeiders uit de landbouw- en voedselindustrie”, wat heel wat landbouw in het Westen blokkeert, en over de “vertraging aan de grenzen voor containers” met goederen die daardoor bederven en verspild worden. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Toetsvraag
Zwitserland behoort tot het achterland van de havens van Rotterdam en Amsterdam.
Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer je keuze voor het gebruikte begrip. 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met behulp van welk begrip uit de theorie van Ullman kun je het beste verklaren dat de grootste vervoersstroom vanuit Zwitserland juist naar deze twee havens loopt? Motiveer de keuze voor het begrip

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord
transporteerbaarheid 

Uit de motivering moet blijken dat Rotterdam en Amsterdam vanuit Zwitserland uitstekend bereikbaar zijn via de Rijn 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions