BE1 4.3 Lezen

Nederlands is
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands is

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je nou ... ?
1. Rijmschema (terugblik)
2. Studerend lezen
3. Tekstdoelen:  informeren en amuseren
4. Tekstvormen: schematische samenvatting en instructie
5. Leespubliek
6. Vormgeving en logo's


Slide 2 - Diapositive

Anna Woltz

Welke soorten argumenten herken je in het volgende filmpje uit 
paragraaf 4.1 Fictie?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Lezen
Alliteratie in titels

Slide 5 - Diapositive

Wat is 
het rijmschema
van dit 
gedicht?

Slide 6 - Diapositive

Wat is het rijmschema
van dit gedicht?
3 X ABCB
2 X ABCD

Slide 7 - Diapositive

verkennend lezen
nauwkeurig lezen
Welke twee leesstrategieën ken je al?

Slide 8 - Carte mentale

Leestrategie: Studerend lezen

Studerend lezen doe je om de lesstof goed te onthouden. 

Lees je bij studerend lezen ook nauwkeurig?






Slide 9 - Diapositive

Let op hoofdzaken in elke alinea: de kernzinnen en vetgedrukte woorden. 
Laat je overhoren of beter nog is, vertel de inhoud aan een ander!
Studerend lezen én leren?

Maak een schematische samenvatting
Kijk op bladzijde 22.

Slide 10 - Diapositive

Welk leesdoel heb je als je een stripboek leest?
A
Je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp.
B
Je wilt je vermaken.
C
Je wil iemand overtuigen van jouw mening.
D
Je wil iemand overhalen om iets te doen.

Slide 11 - Quiz


Wat wil de schrijver bereiken? Wat is het tekstdoel?
De schrijver wil...
tekstdoel
toelichting
 tekstvormen
de lezer informatie geven.
informeren
Informatie over iets wat werkelijk bestaat en je komt iets te weten.
- nieuwsbericht
- schoolboek
- krantenartikel
- schematische     samenvatting
- instructie
de lezer vermaken.
amuseren
Vaak verzonnen gebeurtenissen en je leest om te ontspannen, voor de lol dus.
- leesboek
- stripverhaal
- gedicht
- liedtekst

Slide 12 - Diapositive

=   instructie

Slide 13 - Diapositive

Tekstsoorten

Slide 14 - Diapositive

Blz. 24

Slide 15 - Diapositive

Waarom is deze tekst geschreven voor jongeren? Zeg iets over de bron, het onderwerp, taalgebruik en de aanspreekvorm.
Er is een nieuwe griep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft intussen honderden zeehonden de das omgedaan. Nu kun je denken: 'Ach, het zijn maar zeehonden'. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen.
(Bron: Know How)

Slide 16 - Diapositive

Opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
Welke drie tekstverbanden ken je al?

Slide 17 - Carte mentale

Het uitleggend tekstverband
  • In teksten met het tekstdoel informeren
  • Legt iets uit, vaak in de vorm van een voorbeeld.
  • Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals

Voorbeeld:
Trojaanse paarden zitten bijvoorbeeld verscholen in gratis apps die je kunt downloaden. 

Slide 18 - Diapositive

Ik hou van fruit, onder andere van frambozen.

Slide 19 - Diapositive

beeld                                      opmaak
verdeling tekst                                                    plaatjes 
soort letter                                                         logo
grootte letter
gebruik van kleuren

Slide 20 - Diapositive

Bij welk bedrijf hoort dit logo?

Slide 21 - Diapositive

inspanningstest
Wat?
§4.3 Lezen: Opdrachten 1 t/m 6, 8 t/m 13
Hoe?
Stil alleen of samen fluisteren
Ta!ent deel B leerwerkboek + schrift
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Huiswerk 
Leerdoel?
Studerend lezen, tekstdoelen: informeren en amuseren, schematische samenvatting, instructie, leespubliek, lay-out, logo's
Klaar?
Daltontaak 
Laatste minuten Logospel Kahoot!

Slide 22 - Diapositive

Het logospel
Kahoot!

Slide 23 - Diapositive

Wat weet je nu?

Slide 24 - Diapositive

Je weet dit!
Studerend lezen
Tekstdoelen: informeren en amuseren
Tekstsoorten en tekstvormen
Tekstvorm instructie
Schematische samenvatting
Leespubliek
Uitleggend tekstverband
Lay-out en logos



Slide 25 - Diapositive

Einde van de les

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Het leespubliek bepalen

dinsdag

Slide 28 - Diapositive

Waarom is deze tekst geschreven voor jongeren? Zeg iets over de bron, het onderwerp, taalgebruik en de aanspreekvorm.
Er is een nieuwe griep ontdekt bij zeehonden. Het virus komt van vogels en heeft intussen honderden zeehonden de das omgedaan. Nu kun je denken: 'Ach, het zijn maar zeehonden'. Maar als het virus zoogdieren ziek kan maken, kan dat op termijn ook een gevaar voor mensen vormen.
(Bron: Know How)

Slide 29 - Diapositive

Opsommend
tijdsvolgorde
tegenstellend
Welke drie tekstverbanden ken je al?

Slide 30 - Carte mentale

Het uitleggend tekstverband
  • In teksten met het tekstdoel informeren
  • Legt iets uit, vaak in de vorm van een voorbeeld.
  • Signaalwoorden: bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals

Voorbeeld:
Trojaanse paarden zitten bijvoorbeeld verscholen in gratis software die je op internet kunt downloaden. 

Slide 31 - Diapositive