Het bijvoeglijk naamwoord (révision)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Het bijvoeglijk naamwoord

(révision)

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. een werkwoord
2. een bijwoord
3. een voorzetsel
4. een zelfstandig naamwoord

Révision 

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

	M ENKV	M MV	VR ENKV	VR MV
GOED	BON	BON S	BON NE	BON NES
MOOI	BEAU	BEAU X	B ELLE	B ELLES
NIEUW	NOUVEAU	NOUVEAU X	NOUV ELLE	NOUV ELLES
OUD	VIEUX	VIEUX	VI EILLE	VI EILLES

BON, BEAU, NOUVEAU, VIEUX

Sleep de bijvoeglijk naamwoorden naar de goede plek

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk meervoud

Mannelijk meervoud

beau

nouvelle

nouveau

vieilles

bon

bonnes

beaux

belles

bons

bonne

Het bijvoeglijk naamwoord

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'bleu'?

1. Elle porte une robe bleue.
2. Elle porte une robe bleus.
3. Elle porte une robe bleues.
4. Elle porte une robe bleu.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'préféré'?

1. Le français est ma matière préféré.
2. Le français est ma matière préférée.
3. Le français est ma matière préférées.
4. Le français est ma matière préférés.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'gris'?

1. Il porte une chemise gris.
2. Il porte une chemise grisse.
3. Il porte une chemise grise.
4. Il porte une chemise griss.

Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'grand'?

1. Elle est une grand fille.
2. Il a une grandes voiture.
3. Elle a une grande chambre.
4. Il a une grands maison.

wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'beau'?

1. Paris est une belles ville.
2. Paris est une beau ville.
3. Paris est une belle ville.
4. Paris est une beaux ville.

Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord 'vert'?

1. Elle porte les chaussures (v) verts.
2. Elle porte les chaussures (v) vert.
3. Elle porte les chaussures (v) verte.
4. Elle porte les chaussures (v) vertes.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord: (algemene regel)

1. achter het zelfstandig nw.
2. voor het zelfstandig nw.

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans is ACHTER het zelfstandig naamwoord behalve bij de woorden hieronder:

bon, beau, grand, nouveau, petit, vieux

1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe.        -->  

2 Vous arrivez dans une _____________ zone _____________ .                -->             

3 J'ai reçu un _____________ cadeau _____________ de ma copine.     -->  

4 Ce sont des pulls pour des _____________ hommes ____________.  -->  

5 Tu préfères les _____________ robes _____________?                             -->  

6 Fabienne est une _____________ fille _____________.                            -->  

Onderdeel E: Sleep het bijvoeglijk naamwoord naar de juiste plaats. 

nouveaux

dangereuse

beau

vieux

bleues

petite

Vul de juiste vorm in:
Voilà Coco, mon chat ... (schattig)

Vul de juiste vorm in:
C'est une ... oma. (oude)

Vul de juiste vorm in:
Julie a une ... idée. (goed)

Vul de juiste vorm in:
J'ai deux ... soeurs, Anna et Lina. (actief)

Vul de juiste vorm in:
Il a beaucoup de ... copains. (nieuwe)

Ik begrijp hoe ik het bijvoeglijk naamwoord moet gebruiken.

😒🙁😐🙂😃