Cette leçon contient 45 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.
De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.
De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door ....................... en .......................... .
De wisselkoers is de ‘prijs’ van een valuta.
De ‘prijs’ (koers) wordt, net als bij een ‘gewoon’ product bepaald door vraag en aanbod.
Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.
Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor ponden, ben je ............................ van euro’s en .............................. van ponden.
Het enige verschil met een ‘gewoon’ product is dat de vraag naar de ene munt altijd samengaat met aanbod van een andere munt.
Als je bijvoorbeeld euro’s omwisselt voor ponden, ben je aanbieder van euro’s en vrager van ponden.
Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.
£ 1 = € 1,40 € 1 = £ ......
£ 1 = € 1,50 € 1 = £ ......
1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. Dit noemen we een ............................................ .
Als pond meer waard wordt in euro’s, wordt euro minder waard in ponden.
£ 1 = € 1,40 € 1 = £ 0,71
£ 1 = € 1,50 € 1 = £ 0,67
1 euro ‘kost’ minder, dus de euro daalt in waarde. Dit noemen we een depreciatie.
Daar waar vraag = aanbod
(van één munt) is er sprake
van een evenwichtsprijs.
Net als bij een ‘gewoon’
product zal de evenwichtskoers
(-prijs) pas veranderen als de
vraag- of aanbodlijn verandert.
Het grootste voordeel van een vaste wisselkoers is dat er geen wisselkoersrisico meer is.
Mensen die handelen met het buitenland hebben dus minder ......................................... en dit is bevorderlijk voor de internationale handel.
Het grootste voordeel van een vaste wisselkoers is dat er geen wisselkoersrisico meer is.
Mensen die handelen met het buitenland hebben dus minder onzekerheid en dit is bevorderlijk voor de internationale handel.
Bij een systeem van vaste wisselkoersen mag de wisselkoers niet afwijken van een bepaalde vastgestelde koers.
Als de wisselkoers dreigt te veranderen, moet de centrale bank ingrijpen. Een centrale bank kan (in grote lijnen) op twee manieren ingrijpen om de koers van een valuta te beïnvloeden: aankopen / verkopen valutamarkt of rente aanpassen.
In deze LessonUp gaat het over wissekoersen: de prijs van een valuta uitgedrukt in een andere valuta. We zien waarom het aanbod stijgt en de vraag daalt als de wisselkoers van de valuta stijgt en andersom. We kijken naar de officiële termen voor stijgingen daling wisslkoers. Verder gaan we in op het verband tussen betalingsbalans en wisselkoers.
De wisselkoers van een munt (valuta) is altijd uitgedrukt in een andere munt (valuta).
Een stijging van de wisselkoers van één munt (A) ten opzichte van een ander (B), gaat altijd samen met een daling van de wisselkoers van de andere munt (B) ten opzichte van de ene (A).
Je kan de wisselkoers van de euro uitdrukken in bijvoorbeeld dollars of ponden:
€ 1 = $ 1,15
€ 1 = £ 0,88
Je kunt ook de dollar of het pond uitdrukken in euro’s:
$ 1 = 1/1,15 = € 0,87
£ 1 = 1/0,88 = € 1,14
a) Stel dat wisselkoers van de euro gelijk is aan ¥ 130. Hoeveel euro krijg je dan voor ¥ 1000?
b) Stel 1 euro = 74 Russische roebel
Ook geldt 1 dollar = 63 Russische roebel
Hoeveel bedraagt wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar dan?
Stel dat de VS voor € 1 miljard importeert uit Europa. We gaan er van uit dat de wisselkoers van één euro gelijk is aan 1,15 dollar (USD). De VS betalen dan voor de import uit Europa: 1 mld. x 1,15 = $ 1,15 mld.
Vervolgens laten we de wisselkoers van de euro stijgen tot $ 1,20. Eenzelfde hoeveelheid import uit Europa van de VS kost dan nu: 1 mld. x 1,20 = $ 1,20 mld.
Ga weer uit van de VS die importeert uit Europa. Zij vragen hiervoor euro’s en bieden dus hun eigen munt (dollars). We hebben gezien dat er minder vraag is naar de euro op moment dat de wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar steeg.
Bij stijging wisselkoers euro ten opzicht van dollar, daalt de wisselkoers van de dollar ten opzichte van de euro.
En een daling van de vraag naar euro’s betekent dat de dollar minder wordt aangeboden.
Deze twee combinerend geeft dat een daling van de wisselkoers van een munt (in dit geval dollar) leidt tot een daling van het aanbod (van de dollar).
Stel dat de koers van het Britse pond
ten opzichte van de euro daalt. Wat gebeurt er met de aanbod van de euro en
waarom?
Op de koers waar vraag en aanbod gelijk zijn aan elkaar, is er sprake van evenwicht.
Deze evenwichtskoers gaat pas veranderen als er iets met de vraag of het aanbod gebeurt. Let dus op: als je iets zegt over een stijging daling van de koers van een valuta, moet je eerst altijd iets zeggen over de vraag of het aanbod er van op de valutamarkt.