32. Thema 5, week 2, Flitsles 10 en dictee

karton
De ...... doos.
1 / 23
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 14 min

Éléments de cette leçon

karton
De ...... doos.

Slide 1 - Question ouverte

stof

ijzer
goud
katoen
wol
kristal
marsepein
glas
riet
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

een ijzeren buis
een gouden kettinkje
een katoenen broek
een wollen sjaal
een kristallen glas
een marsepeinen varken
een glazen vaas
een rieten stoel

Slide 2 - Diapositive

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
1. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal (stof) iets gemaakt is.

2. De woorden eindigen bijna altijd op -en.

maar soms niet
Bij moderne stofnamen (bijvoorbeeld plastic en nylon) schrijf je geen extra e.

Slide 3 - Diapositive

suède
De ...... schoenen

Slide 4 - Question ouverte


De ...... stoel

Slide 5 - Question ouverte


Het ...... kopje

Slide 6 - Question ouverte


De ...... bank

Slide 7 - Question ouverte


Het ...... blikje

Slide 8 - Question ouverte

REGEL LANGE KLANK

aa ee uu oo

De apen eten dure noten


Lange klanken hebben pech,

we halen gewoon een letter weg.

Slide 9 - Diapositive

REGEL KORTE KLANK

o i e a u

Domme kippen rennen het smalle bruggetje op.


Bij korte klanken zoals: a e o i u

zet ik twee medeklinkers, lekker puh!

Slide 10 - Diapositive

REGEL TWEEKLANKEN

Hoor je aan het eind van een klankgroep een tweeklank, schrijf het woord zoals je het hoort.

luister - keuken - ruiken - kijken -

reiken - houten - pauken - zieken - koeken

Luister goed,

dan weet je hoe je het schrijven moet.

Slide 11 - Diapositive



De ..........

Slide 12 - Question ouverte



De ..........

Slide 13 - Question ouverte



Ik heb veel verschillende ......

Slide 14 - Question ouverte



Max was eerste in het ........

Slide 15 - Question ouverte



Ik ga deze leiding ......

Slide 16 - Question ouverte



Bij het toneelstuk moesten wij .....
BETEKENIS
Onvoorbereid iets doen of maken.

Slide 17 - Question ouverte



Kom ........ hier.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Wat is de ...... prijs.

Slide 20 - Question ouverte

De prijs is ........ BTW.

Slide 21 - Question ouverte

Hij drukt op de ........

Slide 22 - Question ouverte

aan het werk
SPELLING
Thema 5 - week 3 - flitsles 10

15 x plussen

Slide 23 - Diapositive