Les 1.7 groep 7: Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Quiz

Slide 2 - Diapositive

Dat is een moeilijke opdracht.
Moeilijke?

A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bijwoord

Slide 3 - Quiz

Maak een zin met een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Question ouverte

Bijvoegelijke naamwoorden eindigen op een e.

Slide 5 - Diapositive

Kijk goed
Deze stoel is gemaakt van hout.

De houten stoel is kapot.


Wat voor woordsoort is - houten - ?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

lesdoel
Ik weet wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is en kan dit in een zin herkennen.
Een leren jas

Slide 8 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Het is een
zilveren ring.
Stof
De ring is van zilver

Slide 9 - Diapositive

stof

ijzer
goud
katoen
wol
kristal
marsepein
glas
riet
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

een ijzeren buis
een gouden kettinkje
een katoenen broek
een wollen sjaal
een kristallen glas
een marsepeinen varken
een glazen vaas
een rieten stoel

Slide 10 - Diapositive

Schrijf een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord op in een zin.

Slide 11 - Question ouverte

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
1. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal (stof) iets gemaakt is.

2. De woorden eindigen bijna altijd op -en.

maar soms niet
Bij stofnamen de leenwoorden zijn (bijvoorbeeld plastic en nylon) schrijf je geen extra en.

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk en een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 13 - Question ouverte


De rode schoenen vind ik mooi.

RODE  IS EEN ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Quiz


De oude vrouw liep heel langzaam.

OUDE  IS EEN ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quiz


De waarzegger keek in de kristallen bol.

KRISTALLEN  IS EEN ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Quiz


De nylon gitaarsnaren zijn heel sterk.

NYLON  IS EEN ...
A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quiz


De sporter won een bronzen medaille.

Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Slide 18 - Question ouverte

Wat heb jij geleerd?

Slide 19 - Question ouverte

ga naar:
Werkboek les 1.7
Maak: 4, 5 en 6


Klaar?
Doe met je schoudermaatje een stoffelijk bijvoegelijke woorden challenge, net zoals in het filmpje.




Slide 20 - Diapositive