Wk39 Taalverzorging les 1: de werkwoordsvormen en de persoonsvorm

Taalverzorging 1
De werkwoordsvormen en de persoonsvorm
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging 1
De werkwoordsvormen en de persoonsvorm

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Herhaling: werkwoordsvormen herkennen
  • Oefenen
  • Herhaling: de persoonsvorm
  • Oefenen
  • Lezen + werken aan fictieopdracht 

Slide 2 - Diapositive

Werkwoordsvormen
Er zijn drie werkwoordsvormen:
  1. persoonsvorm: verandert mee van tijd
  2. voltooid deelwoord: ge-, be-, ver-, vaak in combinatie met een vorm van zijn, hebben of worden.
  3. infinitief: het hele werkwoord 
  4. bijvoeglijk naamwoord: afgeleid van een voltooid deelwoord 

De gewonnen wedstrijd wordt in de kantine gevierd. 

Slide 3 - Diapositive

Ik kan de verschillende werkwoordsvormen van elkaar onderscheiden
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

    Plaats de werkwoordsvorm in de goede kolom.
infinitief

voltooid deelwoord
glimmen

draaien
gedacht
vragen
gewezen
gefloten
worden
voorspeld
voorspelt
draait

Slide 5 - Question de remorquage

Oefenen
  • Maken: opdracht 2 (blz. 3-4)
--> Let op: pvtt = tegenwoordige tijd, pvvt = verleden tijd
  • Klaar?: extra opdracht op het bord.

Inf
pvtt (hij-vorm)
pvvt (hij-vorm)
vtdw
douchen
feesten
beloven

Slide 6 - Diapositive

Nakijken
  • Nabespreken: vul ondertussen opdracht 3 in (blz. 4)

Inf
pvtt (hij-vorm)
pvvt (hij-vorm)
vtdw
douchen
doucht
douchte
gedoucht
feesten
feest
feestte
gefeest
beloven
belooft
beloofde
beloofd

Slide 7 - Diapositive

De persoonvorm vinden
  • Tijdproef
  • Getalproef
  • Vraagzin maken

Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen
Ik kan me niet voorstellen dat je haar niet begrijpt. 
Ze had het naar haar zin in Helmond, maar ze is toch verhuisd.
Ze had het naar haar zin in Helmond, maar ze verhuist naar Weert. 

Slide 8 - Diapositive

De persoonvorm vinden
  1. Tijdproef
  2. Getalproef
  3. Vraagzin maken
Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen
Ik kan me niet voorstellen | dat je haar niet begrijpt
Ze had het naar haar zin in Helmond | , maar ze is toch verhuisd.
Ze had het naar haar zin in Helmond |, maar ze verhuist naar Weert. 

Welke proef werkt het beste bij de bovenstaande zinnen?

Slide 9 - Diapositive

De persoonvorm vinden
  1. Tijdproef
  2. Getalproef
  3. Vraagzin maken
Samengestelde zinnen: zinnen met meerdere persoonsvormen
Ik kon me niet voorstellen | dat je haar niet begreep
Ze heeft het naar haar zin in Helmond | , maar ze was toch verhuisd.
Ze heeft het naar haar zin in Helmond |, maar ze verhuisde naar Weert. 

Slide 10 - Diapositive

Ik kan de persoonsvorm vinden in een zin
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Oefenen
  • Maken: opdracht 4
--> Deze opdracht kijken we over 7 minuten samen na

  • Klaar?: lezen

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
  • Lezen + werken aan fictieopdracht 1

Slide 13 - Diapositive