5h-20-1-Sprechen und Signalwoerter-bearb

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Dieses Buch werde ich lesen:

Slide 2 - Question ouverte

Dieses Gedicht oder diese Kurzgeschichte werde ich lesen:

Slide 3 - Question ouverte

Das ist mein MO-Thema (Urlaub, Land, Hobby...)

Slide 4 - Question ouverte

Ziel dieser Stunde:

1) Ich wiederhole Signalwörter und übe Cito-lesen

Slide 5 - Diapositive

Lesen und lernen:
2) Ich kann Signalwörter und ihre Funktion erkennen
 = signaalwoorden en verbanden herkennen
--> lese die Signalwörter und ihre Funktion, zum Beispiel: "Tekstverband: benadrukking: besonders = in het bijzonder, vooral"
= Seite 104-107 --> probeer zo veel mogelijk te onthouden!


timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Welke functie heeft: "zudem"?
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 7 - Quiz

Welke functie heeft: "stattdessen"?
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 8 - Quiz

Welke functie heeft: "indem"
A
reden
B
tegenstelling
C
opsomming
D
uitbreiding

Slide 9 - Quiz

Lees tekst 1 + 2 in het examanbundel (blz. 112-114)
  1. Markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt
  2. Schrijf ernaast wat de functie van deze woorden is
  3. Schrijf ernaast wat de vertaling van de woorden is
  4. Lees de teksten nog een keer: waar gaan de teksten over? Schrijf een korte samenvatting
  5. Beantwoord nu de 5 vragen, onderstreep in de tekst waar je denkt het antwoord gevonden te hebben
timer
20:00

Slide 10 - Diapositive

Signaalwoorden + vertaling + verband in tekst 1 en 2 zijn:

Slide 11 - Question ouverte

Antworten: 

Slide 12 - Diapositive

Hausaufgabe: lesen: Texte 3, 4, 5, 6 
= Examenbundel Seite 115-120 
  1. Markeer alle signaalwoorden die je tegenkomt
  2. Schrijf ernaast wat de functie van deze woorden is
  3. Schrijf ernaast wat de vertaling van de woorden is
  4. Lees de teksten nog een keer: waar gaan de teksten over? Schrijf een korte samenvatting (1-2 zinnen per tekst)
  5. Zoek belangrijke woorden (zeker uit vragen/antwoorden) op in een woordenboek
  6. Beantwoord nu de 5 vragen, onderstreep in de tekst waar je denkt het antwoord gevonden te hebben

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive