Kunstmatige conserveermiddelen: sulfiet in frisdranken
Additieven: kleur, geur en smaakstoffen om voedsel aantrekkelijker te maken
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen basisstof 1
Je kunt uitleggen wat voor effect bacterien en schimmels hebben op voedsel Je kunt uitleggen wat enzymen doen Je kunt uitleggen wat de optimumkromme van enzymen inhoudt Je kunt vertellen wat de zuurgraad is Je kunt verschillende vormen van conserveren benoemen
Slide 16 - Diapositive
Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af + Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D
Slide 17 - Diapositive
Beschrijf het begrip "voedingsmiddel"
Slide 18 - Question ouverte
Voedingsmiddel
Alles wat je eet en drinkt
Slide 19 - Diapositive
Voedingsmiddel
Voedingsstof
Vitamine
Slide 20 - Question de remorquage
Voedingsstoffen
Zijn de stoffen in je eten die je kunt gebruiken
Het verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af om de voedingsstoffen binnen te krijgen
Slide 21 - Diapositive
Voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen
Voedingsvezels kunnen niet worden verteerd, maar zijn wel belangrijk voor de stoelgang
Slide 22 - Diapositive
Wat is geen voedingsstof?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Vlees
Slide 23 - Quiz
Eiwitten
Bouwstof Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwit Enzymen zijn eiwitten Geen reservestof
Slide 24 - Diapositive
Koolhydraten
Glucose, suiker en zetmeel Plantaardige voeding Brandstof, bouwstof en reservestof Zetmeel en suiker worden omgezet tot glucose: verbranding Deel wordt glycogeen (reservestof) of vet
Slide 25 - Diapositive
Water
Bouwstof Het grootste deel van je lichaam is water Ook voor vervoer in je lichaam (bloed, lymfe, cytoplasma)
Slide 26 - Diapositive
Tot welke voedingsstof behoort zetmeel?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen
Slide 27 - Quiz
Mineralen
Zouten Calcium, fluoride, ijzer, natrium, kalium etc. Bouwstof en beschermende stof Opbouw beenderen Maken van hemoglobine Weinig van nodig (keukenzout vaak zelfs te veel)
Slide 28 - Diapositive
Vitaminen
Beschermende stof Zit meestal genoeg in je eten Sommigen zijn schadelijk als je teveel binnen krijgt A, B, C, D, E en K Gevarieerd eten!!!
Slide 29 - Diapositive
Welke voedingsstof hoort bij de groep van beschermstoffen?
A
vetten
B
vezels
C
eiwitten
D
water
Slide 30 - Quiz
Welke voedingsstof levert géén energie?
A
Koolhydraten
B
Vitamines & mineralen
C
Vetten
D
Eiwitten
Slide 31 - Quiz
Welke voedingsstof is een brandstof?
A
water
B
koolhydraten
C
mineralen
D
eiwitten
Slide 32 - Quiz
Welke voedingsstof is een bouwstof?
A
mineralen
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
vezels
Slide 33 - Quiz
Voedingsstof aantonen
Indicator
Slide 34 - Diapositive
Welke zin klopt?
A
Voedingsmiddelen zitten in een voedingsstof
B
voedingsmiddel is hetzelfde als voedingsstof
C
Voedingsstoffen zitten in een voedingsmiddel
D
huh?
Slide 35 - Quiz
Welke Voedingsstof hoef je maar weinig van te eten?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitamines
Slide 36 - Quiz
Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af + Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen
Do 12/12 Samenvatting + d-toets
Di 17/12 2x examentrainer + reparatielessen
Wo 18/12 PTA D
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Vidéo
Gezonde voeding
geslacht
leeftijd
milieutemperatuur
lichaamsgewicht
(lichamelijke inspanning)
Slide 39 - Diapositive
Schijf van 5
1. Eet gevarieerd
2. Niet teveel & beweeg
3. Minder verzadigd vet
4. Veel groente, fruit en brood
5. Veilig
Op A3 papier
buiten de schijf van 5
Slide 40 - Diapositive
Schijf van 5
De schijf van vijf bestaat uit vijf vakken.
Elk vak bevat een groep van
voedingsmiddelen die we dagelijks nodig
hebben.
Als je elke dat iets eet uit elk vak dan
krijg je alle voedingsstoffen binnen.
De vakken zijn niet even groot.
Uit de grote vakken moet je meer eten
dan uit de kleine vakken.
De grote vakken bevatten plantaardige
voedingsmiddelen.
www.voedingscentrum.nl
Slide 41 - Diapositive
Voordelen van de schijf van 5
- de kans op hart- en vaatziekten en kanker wordt verkleint
- je krijgt voldoende mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels binnen
-je blijft gemakkelijker op gewicht en vergroot je de kans op een gezonde oude dag
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Vidéo
Hoeveel moet je eten/drinken?
Dit is de energiebehoefte en is afhankelijk van:
leeftijd
geslacht
lichaamsgrootte
lichamelijke inspanning
Slide 44 - Diapositive
Energie behoefte
Kilocalorie
(kcal)
Gewicht/lengte
Beweging
Leeftijd
Geslacht
Stofwisseling
(Grondstofwisseling)
Slide 45 - Diapositive
Planning!
Di 03/12 1x Basisstof 1 uitleggen
Wo 4/12 B1 af + Basisstof 2 uitleggen
Do 5/12 B2 af + Basisstof 3 uitleggen
Di 10/12 2x practicum 5; enzympracticum + werkles verteringsstelsel
Wo 11/12 Opdracht verteringsstelsel af + Basisstof 6 uitleggen