Herhaling hoofdstuk 2 GL
1 / 14
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn de drie
functies van geld?
functies van geld?
Slide 2 - Carte mentale
Er werken 500 mensen bij een bedrijf, in de cirkeldiagram zie je hoe zij elke dag naar het werk komen. Hoeveel mensen gaan er met de bus?
Slide 3 - Question ouverte
160 kinderen zitten op korfbal dit is 20%, hoeveel kinderen zitten op voetbal (3%)?
Slide 4 - Question ouverte
Johan zet vijf jaar lang €2.000,- op een spaarrekening waar hij 4% enkelvoudige rente ontvangt. Hoeveel rente ontvangt Johan in die vijf jaar?
Slide 5 - Question ouverte
Noem de drie spaarmotieven.
Slide 6 - Carte mentale
Marieke zet €3.000,- op een spaarrekening met 3% samengestelde rente, bereken hoeveel geld er na twee jaar op deze spaarrekening staat.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is beleggen?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is dividend?
A
Rente op een obligatie.
B
Een deel van de winst voor de aandeelhouder.
C
De hoogte van de koers op de aandelen beurs
D
Een vast bedrag aan kosten.
Slide 9 - Quiz
Noem vier leenmotieven.
Slide 10 - Carte mentale
Joshua kan een tv kopen voor €1.399,- of 2 jaar lang €65,- per maand betalen. Bereken de kredietkosten als Joshua voor de laatste optie kiest.
Slide 11 - Question ouverte
Je koopt een product en betaalt het in een afgesproken aantal termijen terug. Je bent meteen eigenaar.
Je koopt een product, maar wordt pas eigenaar als je alle afgesproken termijnen hebt betaald.
Huurkoop
Koop op afbetaling
Slide 12 - Question de remorquage
Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Huur
Vakantie
Meubels
Energie
Verzekering
Cadeautjes
Uitgaan
Persoonlijke verzorging
Boodschappen
