engels theme 3 a1k

bonen
A
beans
B
biscuits
1 / 39
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

bonen
A
beans
B
biscuits

Slide 1 - Quiz

verschrikkelijk =

Slide 2 - Question ouverte

savoury =

Slide 3 - Question ouverte

greasy =
A
grijzig
B
glazig
C
smaakvol
D
vet

Slide 4 - Quiz

halve kilo =

Slide 5 - Question ouverte

volle lepel =

Slide 6 - Question ouverte

slice =
A
snee
B
scherp
C
plak

Slide 7 - Quiz

groenten =

Slide 8 - Question ouverte

crisps =
A
knapperig
B
chips
C
dorstig

Slide 9 - Quiz

bill =
A
achterwerk
B
rekening
C
poster

Slide 10 - Quiz

cutlery =

Slide 11 - Question ouverte

dairy =
A
zuivel
B
dagelijks

Slide 12 - Quiz

hoofdgerecht =

Slide 13 - Question ouverte

to make a profit
A
profiteren
B
een voorspelling maken
C
winst maken

Slide 14 - Quiz

bestellen =

Slide 15 - Question ouverte

gekruid =

Slide 16 - Question ouverte

single
A
alleen
B
één
C
muziekplaat

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
Aardappelen zijn in olie gebakken om patat te maken.

Slide 18 - Question ouverte

nutritious
A
voedzaam
B
nitraatrijk
C
zoutig

Slide 19 - Quiz

kans, gelegenheid =

Slide 20 - Question ouverte

similar =

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal:
Ik lijk meer op mijn vader.

Slide 22 - Question ouverte

ontbijtgranen =

Slide 23 - Question ouverte

limonade =

Slide 24 - Question ouverte

bos, tros =

Slide 25 - Question ouverte

bland
A
blend
B
smakeloos
C
geur
D
geurloos

Slide 26 - Quiz

Vertaal:
Kun je mij een sinaasappel aangeven?

Slide 27 - Question ouverte

experience =

Slide 28 - Question ouverte

verblijfplaats =

Slide 29 - Question ouverte

to contain =
A
opbergen
B
bevatten

Slide 30 - Quiz

texture =
A
textuur
B
structuur

Slide 31 - Quiz

batter =
A
beter
B
uitbater
C
slagman
D
beslag

Slide 32 - Quiz

Vertaal:
Ik ben nu dertien jaar oud.

Slide 33 - Question ouverte

greedy =

Slide 34 - Question ouverte

Vertaal:
gemalen in een molen

Slide 35 - Question ouverte

edible
A
aanpasbaar
B
eetbaar

Slide 36 - Quiz

Vertaal:
Het is bijna klaar.

Slide 37 - Question ouverte

Vertaal:
Er zijn teveel keuzes.

Slide 38 - Question ouverte

wrapper =
A
tortilla
B
omhulsel
C
verpakking

Slide 39 - Quiz