Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Which question is correct?
A
Do he eats Thai curry?
B
Eats he Thai curry?
C
Does he eat Thai curry?
D
Does he eats Thai curry?
Slide 1 - Quiz
Which negation is correct?
A
They don't work hard.
B
They doesn't work hard.
C
They don't works hard.
D
They work not hard.
Slide 2 - Quiz
Which answer is correct to the question: Do they study for the test?
A
Yes, they study
B
Yes, they do.
C
No, they don't.
D
No, thy study not.
Slide 3 - Quiz
Below follow online exercises about the present simple:
Questions (= vragende zinnen)
&
Negations (= ontkennende zinnen)
Slide 4 - Diapositive
www.englisch-hilfen.de
Slide 5 - Lien
www.englisch-hilfen.de
Slide 6 - Lien
Vertaal de volgende zinnen (stones 7 & 8 on p. 144-145) 1. Hoeveel kosten deze zak met chips? 2. Het kost vier pond vijftig. 3. Zijn de tomaten in de uitverkoop/aanbieding? 4. Anders nog iets?
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal deze zinnen: 1. Hoe smaakt het eten? 2. Mijn favoriete eten is Mexicaans eten. 3. Het eten is niet lekker omdat de saus te zuur is voor mij. 4. Deze maaltijd ruikt een beetje vreemd.