5.7 Fossielen

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag

  • Herhalen 5.6 (huiswerk)
  • Begrippenlijst 
  • Leerdoelen vandaag
  • 5.7 'Fossielen'
  • Huiswerk & Begrippenlijst

Slide 2 - Diapositive

Regels in de les

1: We gaan met respect met elkaar om.
2: Als iemand aan het woord is luisteren we naar hem/haar.

Slide 3 - Diapositive

Herhalen 5.6
- Huiswerk 20 t/m 22 vanaf blz 22

Slide 4 - Diapositive

Een terugblik...

Slide 5 - Diapositive

Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van de bevruchting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Chimpansees en egels hebben hetzelfde fenotype.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Als een groep geïsoleerd raakt van de rest van de soort, kan een nieuwe soort ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

In de kern van een cel van een kat zitten 19 chromosomen.
Deze cel is een geslachtscel

A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

John en Barry zijn twee vrienden met een even bruine huid.
John en Barry hebben hetzelfde genotype

A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Bij de bereiding van brood zorgen bacteriën ervoor dat het deeg gaat rijzen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Begrippenlijst...

Slide 12 - Diapositive

leerdoel

- Aan het einde van de les weet je wat een fossiel is en hoe deze is ontstaan. 


Slide 13 - Diapositive

Fossielen 
Een
Een fossiel is een versteend overblijfsel van organismen of afdrukken van organismen in gesteente. 

Slide 14 - Diapositive

Ontstaan fossielen
- Alleen mogelijk als resten niet wegrotten.
- Resten worden bedekt door laag zand of klei.
- Bacteriën en schimmels geen mogelijkheid.
- Er komen andere lagen overheen.
- Versteend door de druk van de bovenste laag. 

Slide 15 - Diapositive

leerdoel

- Aan het einde van de les weet je wat een fossiel is en hoe deze is ontstaan. 


Slide 16 - Diapositive

Welk die heeft de meeste kans op fossiliseren?
A
Naaktslak
B
Huisjesslak
C
Rups

Slide 17 - Quiz

Fossielen van soorten die in een korte tijd in grote aantallen leefden, zijn geschikt om de ouderdom van een gesteente laag te bepalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

<-- Wie
is het oudste?

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
- Maken opdracht 23 op blz 24
- Leren begrippenlijst
- Het SO vindt plaats op woensdag 19 april!!!

Slide 20 - Diapositive

Bedankt!!!

Slide 21 - Diapositive