Criminaliteit verklaren

Criminaliteit verklaren
- terugblik: kennen en kunnen
- Herhaling theorieën
- Opdracht
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit verklaren
- terugblik: kennen en kunnen
- Herhaling theorieën
- Opdracht

Slide 1 - Diapositive

Op internet gaat een bericht rond dat er drie bommen verstopt zijn in verschillende vliegtuigen op Schiphol.

Noem een materieel en een immaterieel gevolg van dit bericht.

Slide 2 - Question ouverte

Crimineel gedrag wordt aangeleerd door mensen uit je omgeving. Je neemt de waarden en normen over van de mensen om je heen, dus als in je familie of je vriendengroep veel criminaliteit voorkomt, dan is het logisch dat jij hetzelfde gedrag gaat vertonen.
Aangeleerd gedragstheorie

Slide 3 - Diapositive

Anomie betekent dat je bepaalde levensdoelen niet kunt halen. Je wil bijvoorbeeld een dure auto, maar je kunt geen goedbetaalde baan vinden. Mensen doen dus criminele dingen als ze gefrustreerd zijn omdat ze weinig kansen hebben in het leven, bijvoorbeeld door armoede, discriminatie, of gebrek aan opleiding.
Anomietheorie

Slide 4 - Diapositive

Als mensen zich erg verbonden voelen met de mensen om hen heen, plegen ze minder snel strafbare feiten. Als je een goede binding hebt met je gezin, met school en met je vrienden, dan wil je deze mensen niet teleurstellen, dus vertoon je geen crimineel gedrag.
Bindingstheorie

Slide 5 - Diapositive

Als mensen een misdrijf willen plegen, overwegen ze eerst de voor- en nadelen van het misdrijf. Hoeveel geld levert het misdrijf ze op? En wat is de kans dat ze gepakt worden? Het plegen van het misdrijf is dus een bewuste, rationele keuze.
Rationele-keuze-theorie

Slide 6 - Diapositive

Als mensen een misdrijf gepleegd hebben of zich anders gedragen dan andere mensen, dan gaat de omgeving hen ook behandelen als crimineel. Ze drukken als het ware het etiket “crimineel” op de persoon. Die persoon voelt zich dan anders behandeld, en uit boosheid gaat hij zich ook crimineel gedragen. Deze theorie geldt vooral voor recidivisten.
Etikettentheorie

Slide 7 - Diapositive

Yusuf heeft een leuke vriendin en hij heeft fijne vrienden in de klas. Yusuf wil het graag goed doen op school zodat hij een baan kan vinden en kan samenwonen. Criminele dingen doen komt niet in zijn hoofd op.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Rationele-keuze theorie
B
Bindingstheorie
C
Anomietheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 8 - Quiz

Willem heeft in de gevangenis gezeten. Als hij terugkomt, merkt hij dat zijn buren hem niet vertrouwen. Zijn vrienden en familie willen hem niet meer zien. Hij heeft wel nog vrienden uit de gevangenis. Zij halen hem over tot een gewapende overval.

Welke theorie over criminaliteit past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Etikettentheorie
C
Rationele-keuze theorie
D
Aangeleerd gedragstheorie

Slide 9 - Quiz

Opdracht
- Lees in twee of drietallen de artikelen. 
- Verklaar de gebeurtenissen aan de hand van de theorieën uit je tekstboekje. 

Slide 10 - Diapositive