Ontleden t/m meewerkend voorwerp

Wat ga je leren?
  • Het meewerkend voorwerp leren herkennen.
  • Het lijdend voorwerp leren herkennen.


1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren?
  • Het meewerkend voorwerp leren herkennen.
  • Het lijdend voorwerp leren herkennen.


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

onderwerp
meewerkend voorwerp
persoonsvorm (gezegde)
lijdend voorwerp
Mijn broer timmert zijn eigen tafel
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun geschreven?
Ik zag jou.

Slide 3 - Question de remorquage

Moet er in iedere zin een lijdend voorwerp zitten?


A
Ja, in iedere zin zit een lijdend voorwerp .
B
Nee, alleen in zinnen met een meewerkend voorwerp.
C
Nee, niet in iedere zin zit een lijdend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Wanneer weet je zeker dat er geen meewerkend voorwerp in een zin staat?
A
als er geen lijdend voorwerp in een zin staat
B
als er geen aan of voor in een zin staat
C
als er een lijdend voorwerp in een zin staat.

Slide 5 - Quiz

lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Mijn broer timmert zijn eigen tafel
Ik zag jou.
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun een brief geschreven?

Slide 6 - Question de remorquage

meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
Wij geven jullie iets.
Heb je hun geschreven?
Ik zie haar.
Ik help hem.

Slide 7 - Question de remorquage

lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
persoonsvorm (gezegde)
Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je hun een brief geschreven?
Ik zie haar.

Slide 8 - Question de remorquage

Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heb jij een voldoende van de docent gekregen?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
C
er staat geen meewerkend voorwerp in

Slide 9 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'aan de leraar'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 10 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

de toets is ..........
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heb jij een voldoende van de docent gekregen?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp

Slide 12 - Quiz

Kun je nu......
Het meewerkend voorwerp herkennen?
Het lijdend voorwerp herkennen?
A
Ik kan het meewerkend-en lijdenvoorwerp altijd vinden.
B
Ik kan meestal het meewerkend-en lijdend voorwerp vinden.
C
Ik kan soms het meewerkend-en lijdend voorwerp vinden.
D
Ik snap er niets van.

Slide 13 - Quiz