Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
BLOK 2
FICTIE
blz: 55
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we leren?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie. Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie. Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse. Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.
Slide 2 - Diapositive
Fictie en non-fictie
Fictie: verzonnen verhalen
vooral voor je plezier
realistisch / niet-realistisch
leesboek
gedicht
stripverhaal
film
Non-fictie: niet verzonnen verhalen (echt gebeurd)
vooral om iets te weten te komen
realistisch
schoolboek
nieuwsbericht
biografieën (levensbeschrijvingen)
reisverhalen
Slide 3 - Diapositive
Gezamenlijk lezen tekst 1 en tekst 2 en gezamenlijk maken opdracht 1 t/m 5
Zelfstandig lezen en maken opdracht 1
Klaar?
Dan ga je verder met je verhaal van vorige week.
Klaar met het verhaal ?
Nakijken, fouten verbeteren en vragen stellen of je gaat alvast verder met opdracht 6 uit je boek.
Slide 4 - Diapositive
Fictie
Verzonnen verhalen
Non-fictie
Werkelijkheid
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Welke fictieve verhalen (boeken) ken je?
Slide 7 - Carte mentale
Welke non-fictieve verhalen (boeken) ken je?
Slide 8 - Carte mentale
Hoe weet je of een boek bij je past?
Titel lezen
Omslag bekijken
Flaptekst lezen
Eerste bladzijden lezen
Tips van anderen
Slide 9 - Diapositive
Wat is fictie?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is non-fictie?
Slide 11 - Question ouverte
Waar kan je aan zien of een verhaal bij je past?
Slide 12 - Question ouverte
Dit maakt een verhaal realistisch
Mensen lijken echt in wat ze doen of zeggen.
De omgeving lijkt echt.
Gebeurtenissen zijn in de werkelijkheid ook mogelijk.
Er komen mensen en plaatsen voor die echt bestaan.
Dit maakt een verhaal niet-realistisch
Mensen doen en zeggen dingen die niet echt kunnen.
De wereld is verzonnen.
Gebeurtenissen zijn onwaarschijnlijk.
Er komen verzonnen wezens of fantasiefiguren in voor.
Slide 13 - Diapositive
Gezamenlijk lezen tekst 1 en tekst 2 en gezamenlijk maken opdracht 1 t/m 6
Zelfstandig lezen en maken opdracht 1
Klaar?
Dan ga je verder met je verhaal van vorige week. Klaar met het verhaal?
Lees het goed door en controleer of je aan hoofdletters en punten hebt gedacht of je gaat alvast verder met opdracht 7 uit je boek of je gaat lezen.
Slide 14 - Diapositive
BBL
Opdracht 1 tot en met 6
Klaar?
Verder met het afmaken van je verhaal.
Klaar?
Verder met opdracht 7 of Lezen
\
Slide 15 - Diapositive
Wat hebben we geleerd?
Ik kan het verschil uitleggen tussen fictie en non-fictie. Ik kan voorbeelden geven van fictie en non-fictie. Ik kan een fictiewerk kiezen dat past bij mijn interesse. Ik kan uitleggen of een verhaal meer of minder realistisch is.