H3.5 Katrollen

H3.5 Katrollen
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H3.5 Katrollen

Slide 1 - Diapositive

Planning  H3 Krachten
H3.1 Starten + H3.2 Wat is een kracht
H3.3 Grootte en richting van krachten
Herfstvakantie
H3.4 Hefbomen
H3.5 Katrollen
H3.6 Druk

PTA donderdag 5 december 2024


Slide 2 - Diapositive

Vandaag
Korte herhaling Hefbomen + opgaven boek

Instructie H3.5 Katrollen

Slide 3 - Diapositive

Is deze wip in evenwicht? (opg. 19)

Slide 4 - Diapositive

De balk is in evenwicht: bereken de lengte van de arm linksom (opg 20)

Slide 5 - Diapositive

Momentenwet
Hefboomregel; werkkracht x werkarm = lastkracht x lastarm 
Formule: M = F x l     
          M1   =   M2
  •  F1 x l1 = F2 x l2   
  • 20 x 30 = F2 x 10
  •     3600 = F2 x 10
  • F2 = 3600 : 10 = 360 N
  • Antwoord: De kracht aan de rechterkant is 360 Newton


Slide 6 - Diapositive

Opg. 23 p. 51 werkboek
Welke spierkracht is er nodig om de kruiwagen in evenwicht te houden?
1: Waar zit het draaipunt
  • Bij het wiel
2: Wat is de lengte van de arm die bij de zwaartekracht v/d kruiwagen hoort?
  • Lzwaartekracht = LA = 40 cm = 0,40 m
3: Wat is de lengte van de arm die bij de spierkracht hoort?
  • Lspier = LA + LB = 0,40 + 0,80 = 1,20 m
4: Wat is de zwaartekracht v/d kruiwagen?
  • Fz = m x g = 120 x 10 = 1200 N
5: Bereken de spierkracht die nodig is om de kruiwagen in evenwicht te houden. Gebruik de momentenwet/hefboomwet.
  •               M1 = M2
  •        Fz x Lz = Fspier x Lspier
  • 1200 x 0,40 = Fs x 1,20  
  •              480 = Fs x 1,20
  •    480 : 1,20 = Fs     => Fs = 400 N

Gegevens:  
m = 120 kg
LA = 40 cm
LB = 80 cm

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen H3.5 Katrollen
Ik kan ...
  • uitleggen wat een katrol is
  • uitleggen wat het verschil is tussen een vaste en een losse katrol
  • uitleggen hoe bij een katrol de kracht wordt verdeeld
  • rekenen met katrollen en takels.

Slide 8 - Diapositive

Verhuizen
Verhuizen naar een oud gebouw zonder lift, betekent veel spullen de trap op sjouwen. 

Maar in Amsterdam is daar iets op bedacht.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

H3.5 Katrollen en takels
Waarom een katrol?
  • maakt tillen makkelijker 

Verschil Katrol en Takel?
  • Een takel is een combinatie van                                           twee of meer katrollen 
  • => kracht wordt verdeeld

Slide 11 - Diapositive

De vaste katrol

Een vaste katrol zit VAST


Een vaste katrol draait de kracht om =>

  • Richting veranderd én de
  • grootte v/d kracht veranderd NIET


Slide 12 - Diapositive

De losse katrol
  • Einde touw zit vast!

  • Een losse katrol maakt ons sterker.

  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 13 - Diapositive

Takel
Combinatie van twee of meer katrollen (vast en los)
Voordeel:
  • De last wordt verdeeld over de touwen 
Nadeel:
  • Wat je wint aan kracht verlies je aan afstand; Dus 1 meter omhoog => 2 meter touw inhalen

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Je ziet maar de helft van een takel met 6 katrollen er lopen 12 kabels omhoog.
Stel de lastkracht is 1200kN.
Wat is de werkkracht?
A
100 kN
B
109 kN
C
200 kN
D
1200 kN

Slide 17 - Quiz

Een takel verandert de richting van een kracht altijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Samenvatting
  • Een vaste katrol is zo vastgemaakt dat hij niet meer op en neer kan bewegen. 
  • Een losse katrol beweegt op en neer, samen met het voorwerp dat wordt opgehesen. 
  • Een takel is een combinatie van minstens 1 vaste en 1 losse katrol.

  • Als het voorwerp aan "n" stukken touw hangt, wordt de hijskracht "n" keer zo groot en de hijsafstand "n" keer zo klein

Slide 19 - Diapositive

En nu aan de slag
Lees H3.5 Katrollen (p. 59-62, leerboek) goed door

Maak in learnbeat H3.4F (extra oefening) 
Maak Opg. 1 t/m 16 p. 53 werkboek 
(Ontdekken - Begrijpen -Beheersen) 
Klaar:
  • Controleer opgaven

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Planning  H3 Krachten
H3.1 Starten + H3.2 Wat is een kracht
H3.3 Grootte en richting van krachten
Herfstvakantie
H3.4 Hefbomen
H3.5 Katrollen
H3.6 Druk

PTA donderdag 5 december 2024

Slide 22 - Diapositive

Practicum Katrollen (p. 13-14)

Lees het hele practicum door en maak de startopdrachten 
Startopdrachten:
2.  Een ander woord voor gewicht is?
  • Zwaartekracht
3.  Bereken de zwaartekracht van de massaset
  • G:  m = 250 g = 0,250 kg  g = 10 N/kg
  • G:  Fz = ? N
  • F:   Fz = m x g 
  • U:   Fz = 0,250 x 10 
  • A:    Fz = 2,5 N
4. Geef aan welk bereik de krachtmeter moet hebben om de zwaartekracht zo nauwkeurig mogelijk te meten.
  • Krachtmeter van 5 N

Slide 23 - Diapositive

Practicum Katrollen (p. 13-14)


Resultaat





Conclusie (onderzoeksvragen)
1. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een vaste katrol
  • Kracht veranderd alleen van richting, niet van grootte (draait de kracht om)
2. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een losse katrol
  • De kracht wordt verdeeld over de twee touwen => kracht wordt 2x kleiner

Slide 24 - Diapositive

Resultaat / conclusie





Conclusie (onderzoeksvragen)
1. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een vaste katrol
  • Kracht veranderd alleen van richting, niet van grootte (draait de kracht om)
2. Hoe vaak wordt een kracht vergroot door een losse katrol
  • De kracht wordt verdeeld over de twee touwen => kracht wordt 2x kleiner
3. Leg uit of een takel dezelfde werking heeft als een hefboom. Geef aan waarom dat zo is?
  • een takel heeft dezelfde werking als een hefboom, omdat hij een kracht vergroot door een langere weg af te leggen met een kleinere kracht.

Slide 25 - Diapositive

En nu aan de slag
Lees H3.5 Katrollen (p. 59-62, leerboek) goed door

Maak in learnbeat H3.4F (extra oefening) 
Maak Opg. 1 t/m 16 p. 53 werkboek 
(Ontdekken - Begrijpen -Beheersen) 
Klaar:
  • Controleer opgaven

Slide 26 - Diapositive

En nu aan de slag
Lees H3.5 Katrollen (p. 59-62, leerboek) goed door

Maak Opg. 1 t/m 8 p. 53 werkboek (Begrijpen - Beheersen) 

Klaar:
  • Nakijken opgaven H3.5
  • "zelf oefenen" in learnbeat (H3.4-H3.5)

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Planning  H3 Krachten
H3.1 Starten + H3.2 Wat is een kracht
H3.3 Grootte en richting van krachten
Herfstvakantie
H3.4 Hefbomen
H3.5 Katrollen
H3.6 Druk

PTA donderdag 5 december 2024

Slide 29 - Diapositive

Vandaag
Korte herhaling 
H3.3 Zwaartekracht, H 3.4 Hefbomen en H3.5 Katrollen

Zelfstandig werken

Slide 30 - Diapositive

H3.3  Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 31 - Diapositive

Oplossen van een rekenvraag!
Gegevens:
  • Deze haal je uit de tekst / afbeelding / Binas
Gevraagd:
  • Kijk wat er gevraagd wordt en in welke eenheid!
Formule:
  • Noteer de formule (zoek evt op in de binas)
Uitwerking:
  • Laat zien hoe je tot een antwoord komt; invullen van de formule
Antwoord: 
  • Geef het antwoord weer; let op de juiste eenheid

Slide 32 - Diapositive

H3.4 Hefbomen
  • Hefboomregel; werkkracht x werkarm = lastkracht x lastarm 
  • Formule:      
  •     M1   =   M2
  • F1 x l1 = F2 x l2   
  • 120 x 30 = F2 x 10
  •     3600 = F2 x 10
  • F2 = 3600 : 10 = 360 N
  • Antwoord: De kracht aan de rechterkant is 360 Newton


Slide 33 - Diapositive

soorten hefbomen
dubbele hefboom

Slide 34 - Diapositive

Waar moet 5 kg komen
te staan om de hefboom
in evenwicht te krijgen?
A
links: 1 m
B
rechts: 1 m
C
links: 2 m
D
rechts: 2m

Slide 35 - Quiz

De massa van de doos is 60 kg. Hoeveel spierkracht moet je gebruiken om de doos op te tillen?
A
8 kg
B
8 N
C
80 kg
D
80 N

Slide 36 - Quiz

H3.5 Katrollen en takels
Waarom een katrol?
  • maakt tillen makkelijker 

Verschil Katrol en Takel?
  • Een takel is een combinatie van                                           twee of meer katrollen 
  • => kracht wordt verdeeld

Slide 37 - Diapositive

De vaste katrol

Een vaste katrol zit VAST


Een vaste katrol draait de kracht om =>

  • Richting veranderd én de
  • grootte v/d kracht veranderd NIET


Slide 38 - Diapositive

De losse katrol
  • Einde touw zit vast!

  • Een losse katrol maakt ons sterker.

  • De last wordt verdeeld over het aantal touwen waaraan de katrol hangt.

Slide 39 - Diapositive

Takel
Combinatie van twee of meer katrollen (vast en los)
Voordeel:
  • De last wordt verdeeld over de touwen 
Nadeel:
  • Wat je wint aan kracht verlies je aan afstand; Dus 1 meter omhoog => 2 meter touw inhalen

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien

En nu aan de slag
Maak in learnbeat 3.5 F (extra oefenen)
maak daarna F (extra oefenen) van 
H3.2 - H3.3 - H3.4 

Ga daarna verder met het huiswerk 
Deze week H3.5 af

Slide 42 - Diapositive

opg 11 (p.56)
Je hijst met een takel een wasmachine van 50 kg naar een raam op 3,5 meter hoogte.
Vul in:

Om de wasmachine te hijsen sta je op de grond / hang je uit het raam?
  • Sta je op de grond

De kracht die je moet gebruiken is ongeveer 250 N / 500 N / 750 N / 1000 N
  • Fz = m x g = 50 x 10 = 500 N én je hebt twee touwen => kracht wordt 2x kleiner
  • => 250 N
Je moet 1,75 m / 3,5 m / 7 m touw naar je toetrekken. 
  • twee touwen => kracht 2x kleiner => 2x meer touw inhalen => 2 x 3,5 m 
  • => 7 meter

De kracht op de hijsbalk is 250 N / 500 N / 750 N / 1000 N
  • Op de hijsbalk werkt de kracht van de wasmachine (500 N) en de kracht die jij trekt (250 N) => samen dus 500 + 250
  • => 750 N

Slide 43 - Diapositive

opg 13 (p.56)
Bekijk de afbeelding. 
Hoeveel keer vergroot de takel in de afbeelding de kracht?
  • 4 touwen boven de haak =>
  • kracht wordt 4 keer vergroot                       wat jij kunt tillen

De takel op de foto heeft een blok met een massa van 20 kg. Je gebruikt deze takel om een voorwerp van 300 kg te takelen. Hiervoor is een kracht nodig van  ... ?
  • m(totaal) = 320 kg => 
  • Fz = m x g = 320 x 10 = 3200 N over 4 touwen => trekkracht = 3200 : 4 = 800 N

De takel hijst het blok 2 meter omhoog. Hiervoor moet je ... meter ketting worden binnengehaald.
  • 4 touwen =>  2x 4 meter = 8 meter 

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive