Herhalingsles M2C

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Ga zitten volgens plattegrond

Pak je boek en iPad

Telefoon in de tas

Planning

• Terugblik BS 5
• Herhaling BS 1t/m 4
• Baamboozle
• Zelfstandig aan de slag
• Vooruitblik
• Afsluiten

Terugblik

Anticonceptiemethode                             (on)betrouwbaar

Periodieke onthouding

Coïtus interruptus

Het condoom

De anticonceptiepil

Onbetrouwbaar

Onbetrouwbaar

Onbetrouwbaar

Betrouwbaar

Betrouwbaar

Je kan een soa oplopen door te praten met iemand die een soa heeft.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe kan je HIV oplopen?

1. Onveilige seks
2. Onhygiënische drugs/tattoo naalden
3. Zwangerschap/ geboorte/borstvoeding
4. Alle opties

BS 1: de pubertijd

Leerdoelen BS 1

- Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen

- je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de pubertijd beschrijven

Geslacht (sekse) 

• Als een baby is geboren, zie je meestal meteen of het een jongetje of een meisje is (geslacht/sekse). 
• De lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent en die al bij de geboorte aanwezig zijn, heten primaire geslachtskenmerken.

Geslachtskenmerken 

• Primaire geslachtskenmerken -> aanwezig vanaf geboorte
• Secundaire geslachtskenmerken  -> ontstaat in pubertijd

Secundaire geslachtskenmerken

Lichamelijke veranderingen

Lichamelijke veranderingen

De pubertijd

Veranderingen:

• Lichamelijk
• Geestelijk
• Sociaal

Geestelijke verandering

Veranderingen in je:

• Gedachten
• Gevoelens
• Zelfstandigheid
• Sociale leven

BS 2 Leerdoelen

- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken. 

- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven.

100.000 eicellen per eierstok!

Voortplantingsstelsel vrouw

Vagina/vulva

Ovulatie/eisprong

Leerdoelen

Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.

Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Voortplantingsstelsel man

Prostaat en zaadblaasjes

•  Bij het klaarkomen worden de zaadcellen naar de prostaat gepompt. 

• Voegt vocht toe aan de zaadcellen. In het vocht zitten voedingsstoffen voor de zaadcellen

Zaadcellen en eicellen

Welke verschillen ?

Verschillen tussen zaadcellen en eicellen.

Zaadcel	Eicel
erg klein	in verhouding groot
Kunnen zelf bewegen (met zweepstaart)	Kunnen niet zelf bewegen.
Bevatten geen reservevoedsel	Bevatten veel reservevoedsel.
Vele miljoenen per zaadlozing.	meestal 1 eicel per 4 weken.

Leerdoelen

• Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
• Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.
  
• Je kunt benoemen hoe je wensen en grenzen kunt bewaken en respecteren in een seksuele relatie.

Seksualiteit

• Lustbeleving -> prettig gevoel
• Intimiteit -> lichamelijke contact
• Voortplanting -> zwanger 

Seksuele voorkeur/oriëntatie

Geslacht en gender

Geslacht

Gender

Hoe voelt iemand zich.

Lichamelijke kenmerken

Verliefd! En nu? 

Praten over grenzen en wensen!

Baamboozle?

Wat kan je doen?

1. maak de opdrachten in je werkboek af

2. kijk je opdrachten na

klaar?

Werk aan online methode of biologiepagina