H4 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Gemaakt huiswerk op tafel bij het lezen. 

Lesdoelen

Ik weet of ik de voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoorden op de juiste manier spellen. 

Ik kan de tekstverbanden: chronologisch, oorzaak-gevolg en voorwaarde onderscheiden. 

Ik kan de signaalwoorden voor de tekstverbanden chronologisch, oorzaak-gevolg en voorwaarde herkennen en benoemen. 

Huiswerk nakijken met je buur

H3 Taalverzorging spelling

Opdracht 1, 2 en 4

• Pak je boek enlees nogmaals de opdrachten. 
• Vergelijk jullie antwoorden en bespreek de verschillen. 
• Overtuig elkaar van het juiste antwoord. 
• Kom je er niet uit? Bewaar de vraag voor de centrale bespreking hierna. 
• 7 min. overleggen. 
• Daarna de vragen uit de klas klassikaal bespreken. 

H4 Lezen

• Drie tekstverbanden: chronologisch (tijdsverband), oorzaak-gevolg en voowaarde. 
• Chronologisch: je geeft een opsomming waarbij de tijdsvolgorde belangrijk is. 
• Oorzaak-gevolg: er is een oorzaak en een gevolg aan te wijzen.
• Voorwaarde:er is een voorwaarde voordat er een gevolg kan zijn.

Verband: chronologisch

Signaalwoorden: eerst, nadat, vervolgens, daarna, vroeger. 

Let ook op jaartallen of dagen.

Op donderdag hebben we eerst Nederlands, daarna Duits en vervolgens een mentoruur. 

Verband: oorzaak - gevolg

Signaalwoorden: doordat, hierdoor, met als gevolg

De trein was vertraagd. Hierdoor kwam ze te laat.

Verband: voorwaarde

Signaalwoorden: als .... dan, mits, tenzij, wanneer, zolang.

Zolang er geen stilte is in de klas, wordt de uitleg niet gestart.  

Oefenen met tekstverbanden

Schrijf samen met je buur 5 zinnen met een tekstverband en gebruik daarbij passende signaalwoorden. 

Per tweetal de zinnen op het formulier. 

5 min.

Kies uit de verbanden in H3 Lezen (opsomming, tegenstelling, voorbeeld) of H4 Lezen (chronologisch, oorzaak-gevolg, voorwaarde). 

Uitwisselen tekstverbanden

Wissel je zinnen uit met een tweetal voor of achter je. 

Bepaal eerst als tweetal de gebruikte verbanden en signaalwoorden per zin (op de achterkant). 

5 min. 

Klaar? Wacht tot de makers klaar zijn met hun eigen opdracht en overleg over jullie antwoorden.

Zelfstandig werken 

• In stilte
• Geen vragen aan docent of je buur. 
• 15 min.
• Eerder klaar? Vraag de docent om de vervolgopdracht. 

Wat?

H3 Lezen opdracht 2

H4 Lezen opdracht 4

Huiswerk 

H3 Lezen opdracht 2

H4 Lezen opdracht 4